Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Standpunten van partijen
5.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van de verdachte
7.Motivering van de sanctie
8.Vordering benadeelde partij [naam A]
- kosten opslag meubels ad € 968,--;
- opgenomen verlofuren ad € 182,17;
mogelijke oorzaakis voor deze klachten. Uit diezelfde verwijsbrief blijkt tevens dat zij in 2021 stress had door een traumatische ervaring. De rechtbank kan derhalve op basis van de aangeleverde stukken niet vaststellen dat de gevorderde immateriële schadepost door de brand is veroorzaakt. Het aanleveren van een nadere onderbouwing zal een onevenredige belasting van het strafproces opleveren.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
TWEEHONDERDZESTIG (260) DAGEN.
negentig(
90) dagen nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van
drie jaren.
- zich houdt aan (sinds de schorsing van de voorlopige hechtenis lopende) meldplicht en afspraken met Reclassering Nederland. De verdachte zal zich blijven melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt.
- zal meewerken aan controle van het gebruik van drugs en alcohol om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de verdachte wordt gecontroleerd.
- Meewerkt aan begeleiding en hulpverlening van betrokken instanties Leviaan en FACT/Parnassia GGZ of vergelijkbaar en houdt zich aan de daarmee gemaakte afspraken, zo lang de reclassering dit nodig vindt.
[naam A]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.150,17, bestaande uit vergoeding voor de materiële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening, aan de benadeelde partij, voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
[naam A]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.150,17 bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door maximaal
11 dagengijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 september 2024 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.