ECLI:NL:RBNHO:2025:6775

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 juni 2025
Publicatiedatum
20 juni 2025
Zaaknummer
11200874
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor geannuleerde vlucht en de verplichtingen van de vervoerder

In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen British Airways Plc, vertegenwoordigd door mr. J.J.O. Zandt, voor compensatie wegens een geannuleerde vlucht. De vlucht, die op 10 februari 2024 van Amsterdam-Schiphol naar Londen Gatwick zou vertrekken, werd geannuleerd door de vervoerder. AirHelp, die de vorderingsrechten van de passagier heeft overgenomen, vordert een compensatie van € 250,00 op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder betwist de verplichting tot compensatie en stelt dat hij de passagier tijdig heeft omgeboekt op een alternatieve vlucht. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de vervoerder niet kan worden vrijgesteld van zijn compensatieverplichting, omdat niet is aangetoond dat de annulering tijdig is meegedeeld aan de passagier. De kantonrechter heeft de vordering van AirHelp toegewezen, maar het te betalen bedrag aan compensatie is met vijftig procent verlaagd tot € 125,00. Daarnaast is de vervoerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten en nakosten, met wettelijke rente vanaf de datum van de vlucht. Het vonnis is uitgesproken op 4 juni 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11200874 \ CV EXPL 24-4763
Uitspraakdatum: 4 juni 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de vennootschap naar het recht harer vestiging
AirHelp Germany GmbH
gevestigd te Berlijn (Duitsland)
eiseres
hierna te noemen: AirHelp
gemachtigde: mr. D.E. Lof (Lof Legal Services)
tegen
de buitenlandse vennootschap
British Airways Plc
gevestigd te Harmondsworth (Verenigd Koninkrijk)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J.O. Zandt (Ploum)
De zaak in het kort
AirHelp heeft van de vervoerder (onder meer) compensatie gevraagd voor een geannuleerde vlucht. De vervoerder voert aan dat hij de passagier heeft omgeboekt binnen de tijdslimieten van de Verordening en dat hij AirHelp daarom niet hoeft te compenseren. Dit verweer van de vervoerder slaagt niet. Het te betalen bedrag aan compensatie zal echter met vijftig procent worden verlaagd.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[betrokkene] (hierna: de passagier) heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder haar op 10 februari 2024 moest vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Londen Gatwick Airport, met vlucht BA2541 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vervoerder heeft de vlucht geannuleerd.
2.3.
De passagier heeft haar vermeende vorderingsrecht gecedeerd aan AirHelp.
2.4.
AirHelp heeft daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.5.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
AirHelp vordert dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van de vlucht tot aan de dag der algehele voldoening;
- de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de nakosten.
3.2.
AirHelp baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). AirHelp stelt dat de vervoerder haar vanwege de annulering van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 250,00. [1]
3.3.
De vervoerder voert verweer. Op zijn verweer wordt ingegaan bij de beoordeling.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
De vervoerder voert aan dat hij kan worden vrijgesteld van zijn compensatieverplichting omdat hij de passagier heeft omgeboekt op een alternatieve vlucht naar de eindbestemming die niet eerder dan twee uur voor de geplande vertrektijd vertrok en minder dan vier uur later dan de geplande aankomsttijd in Londen is gearriveerd. [2] AirHelp betwist dit. De kantonrechter overweegt als volgt.
4.3.
Gesteld noch gebleken is op welk tijdstip de vlucht is geannuleerd. De kantonrechter kan daarom niet beoordelen of van voornoemde situatie sprake is. Volgens de Verordening moet de annulering namelijk ook tussen twee weken en zeven dagen voor de geplande vertrektijd aan de passagier zijn meegedeeld. De bewijslast hiervan rust op de vervoerder. [3] Daarnaast heeft de vervoerder geen beroep gedaan op buitengewone omstandigheden. Derhalve kan hij niet worden ontslagen van zijn verplichting om AirHelp te compenseren. Nu zij bij repliek heeft aangegeven zich te kunnen verenigen met het verzoek om het compensatiebedrag met vijftig procent te verlagen, zal de gevorderde hoofdsom worden toegewezen tot een bedrag van € 125,00. [4] De over de hoofdsom gevorderde wettelijke rente is als onvoldoende gemotiveerd weersproken toewijsbaar.
4.4.
Resteert de vraag of er aanleiding is de proceskosten te compenseren. De vervoerder voert aan dat hij niet bekend is met een aanmaning door AirHelp. AirHelp betwist dit. De kantonrechter overweegt als volgt. De vervoerder heeft inhoudelijk verweer tegen de vordering van AirHelp gevoerd. Er is daarom geen reden om te veronderstellen dat de vervoerder haar buiten rechte tegemoet zou zijn gekomen. Daarom ziet de kantonrechter geen aanleiding om de proceskosten te compenseren.
4.5.
De vervoerder zal in het ongelijk worden gesteld. Daarom zal hij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door AirHelp worden gemaakt. De gevorderde rente wordt toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan AirHelp van € 125,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 februari 2024 tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
5.2.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van de proceskosten die aan de kant van AirHelp tot en met vandaag worden begroot op de bedragen zoals deze hieronder zijn gespecificeerd:
dagvaarding € 135,97;
griffierecht € 130,00;
salaris gemachtigde € 80,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
5.3.
veroordeelt de vervoerder tot betaling van € 20,00 aan nakosten, voor zover AirHelp daadwerkelijk nakosten zal maken, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. Koenis, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.
2.Artikel 5 lid 1 sub c onder ii van de Verordening.
3.Artikel 5 lid 4 van de Verordening.
4.Artikel 7 lid 2 aanhef en sub a van de Verordening.