In deze zaak heeft AirHelp Germany GmbH, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, een vordering ingesteld tegen British Airways Plc, vertegenwoordigd door mr. J.J.O. Zandt, voor compensatie wegens een geannuleerde vlucht. De passagier had een vervoersovereenkomst gesloten voor een vlucht van Amsterdam-Schiphol naar Londen Heathrow op 22 juni 2023, maar de vlucht werd geannuleerd. AirHelp vorderde compensatie van € 250,00 op basis van de Verordening (EG) nr. 261/2004, die luchtvaartmaatschappijen verplicht om compensatie te bieden bij annuleringen, tenzij zij kunnen aantonen dat zij aan hun verplichtingen hebben voldaan door de passagier tijdig om te boeken.
De vervoerder voerde aan dat de passagier was omgeboekt naar een alternatieve vlucht die op tijd op Londen Gatwick arriveerde, en dat dit hen vrijstelde van de compensatieverplichting. De kantonrechter oordeelde dat de luchthaven van Londen Gatwick als eindbestemming kon worden aangemerkt, en dat AirHelp geen kosten had gevorderd voor de reis naar deze alternatieve luchthaven. Hierdoor werd de vordering van AirHelp afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan AirHelp, die ongelijk kreeg in deze zaak.
De kantonrechter heeft de vordering van AirHelp afgewezen en hen veroordeeld tot betaling van de proceskosten, vastgesteld op € 164,00, en € 41,00 aan nakosten, vermeerderd met wettelijke rente. Dit vonnis is uitgesproken op 28 mei 2025.