ECLI:NL:RBNHO:2025:6634

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
11 juni 2025
Publicatiedatum
18 juni 2025
Zaaknummer
11614629 CV 25-2001
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot terugbetaling van onverschuldigd salaris door werkgever aan werknemer

In deze zaak vordert de werkgever, Basic-Fit Nederland B.V., betaling van een bedrag van € 2.050,00 van de werknemer, omdat zij stelt dat zij onverschuldigd salaris heeft betaald. Dit zou zijn gebeurd doordat de werknemer gedurende zijn dienstverband op basis van een arbeidsovereenkomst van 32 uur per week is betaald, terwijl de overeenkomst in werkelijkheid voor 24 uur per week was. De werknemer betwist deze vordering en stelt dat de werkgever onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de onverschuldigde betaling.

De procedure begon met een dagvaarding op 14 maart 2025, gevolgd door een conclusie van antwoord op 9 april 2025 en een mondelinge behandeling op 27 mei 2025. Tijdens de zitting heeft de kantonrechter de werkgever verzocht om bewijsstukken te overleggen ter onderbouwing van de vordering. De werkgever heeft echter nagelaten om een gespecificeerde berekening of andere relevante documenten te overleggen, ondanks herhaalde verzoeken van de werknemer.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de werkgever niet voldoende heeft aangetoond dat er sprake was van onverschuldigd betaald salaris. De vordering van Basic-Fit is dan ook afgewezen. Daarnaast is Basic-Fit veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de werknemer, die zijn begroot op € 70,00. Het vonnis is uitgesproken op 11 juni 2025.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 11614629 \ CV EXPL 25-2001
Vonnis van 11 juni 2025 (bij vervroeging)
in de zaak van
BASIC-FIT NEDERLAND B.V. H.O.D.N. BASIC-FIT HOOFDDORP ARNOLDUSPARK,
te Hoofddorp,
eisende partij,
hierna te noemen: Basic-Fit,
gemachtigde: Bosveld Incasso en Gerechtsdeurwaarders
tegen
[gedaagde],
te gemeente [plaats],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 14 maart 2025 met 6 producties;
- de conclusie van antwoord van 9 april 2025 met 1 productie;
- de mondelinge behandeling van 27 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.

2.Het geschil

2.1.
Basic-Fit vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 2.050,00, vermeerderd met rente en kosten.
2.2.
Basic-Fit legt aan de vordering ten grondslag dat zij aan [gedaagde] gedurende het jaar dat hij bij Basic-Fit werkzaam was salaris heeft uitbetaald op basis van een arbeidsovereenkomst van 32 uur per week in plaats van 24 uur per week. Een deel van dat teveel betaalde bedrag vordert Basic-Fit terug van [gedaagde]. Het andere deel heeft zij uit coulance kwijtgescholden.
2.3.
[gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, althans matiging van het door hem terug te betalen bedrag.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
Basic-Fit stelt dat zij een bedrag aan salaris onverschuldigd heeft betaald aan [gedaagde]. [gedaagde] voert onder meer aan dat de vordering niet deugdelijk is onderbouwd. Ondanks dat [gedaagde] aan Basic-Fit (en haar gemachtigde) - zowel vóór deze procedure als in zijn conclusie van antwoord - heeft verzocht om de benodigde stukken, heeft Basic-Fit nagelaten een gespecificeerde berekening (of enig andere onderbouwing aan de hand waarvan deze vordering kan worden beoordeeld) te overleggen. Dit mocht – gelet op de gemotiveerde betwisting van de vordering door [gedaagde] – wel van Basic-Fit worden verwacht.
3.2.
Op de zitting is namens Basic-Fit nog aangeboden om één enkel stuk over te leggen. Dat verzoek heeft de kantonrechter afgewezen. Toewijzing daarvan is in de gegeven omstandigheden namelijk in strijd met de goede procesorde. Dat de gemachtigde van Basic-Fit het betreffende stuk (kennelijk) pas een dag voor de zitting van haar cliënte heeft ontvangen, doet daaraan niet af. Van Basic-Fit had verwacht mogen worden dat zij [gedaagde] tijdig had voorzien van (al) de stukken waarop Basic-Fit de vordering baseert en waartegen [gedaagde] zich (dus) moet verweren. Het komt voor rekening en risico van Basic-Fit dat zij dit heeft nagelaten.
3.3.
Tegenover de gemotiveerde betwisting van [gedaagde] heeft Basic-Fit dus onvoldoende gesteld en onderbouwd dat sprake is van onverschuldigd betaald salaris. Om die reden wordt de vordering afgewezen.
3.4.
Basic-Fit is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op:
- verletkosten
50,00
- nakosten
20,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
70,00

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vorderingen van Basic-Fit af,
4.2.
veroordeelt Basic-Fit in de proceskosten van € 70,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Basic-Fit niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.I.V. Scherpenhuijsen Rom en (bij vervroeging) in het openbaar uitgesproken op 11 juni 2025.