ECLI:NL:RBNHO:2025:6438

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 april 2025
Publicatiedatum
12 juni 2025
Zaaknummer
10881266 \ CV EXPL 24-133
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake onterecht incassokostenbeding in Algemene Voorwaarden Uniglas B.V.

In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 16 april 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Uniglas B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De zaak betreft een vordering tot betaling van een hoofdsom exclusief administratiekosten, waarbij de eisende partij zich heeft beroepen op een beding in de Algemene Verkoop- en Leveringsvoorwaarden van Uniglas B.V. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 6 maart 2024 de eisende partij de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over het voornemen om het beding te vernietigen en de buitengerechtelijke incassokosten af te wijzen. In de akte die op 3 april 2024 is ingediend, heeft de eisende partij aangegeven dat zij zich refereert aan het oordeel van de kantonrechter en dat er geen administratiekosten in rekening mogen worden gebracht naast de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het incassokostenbeding oneerlijk is en heeft dit vernietigd. De gevorderde hoofdsom van € 250,11 is toewijsbaar, met wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding. De gedaagde partij is grotendeels in het ongelijk gesteld en is veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknr./rolnr.: 10881266 \ CV EXPL 24-133
Uitspraakdatum: 16 april 2025
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
Uniglas B.V.
te Groningen
de eisende partij
gemachtigde: LAVG BV (Groningen)
tegen
[gedaagde]
te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De verdere procedure

1.1.
Bij tussenvonnis van 6 maart 2024 (hierna: het tussenvonnis) heeft de kantonrechter de eisende partij in de gelegenheid gesteld om zich bij akte uit te laten over het voornemen om een in de Algemene Verkoop- en Leveringsvoorwaarden Uniglas B.V., versie 1 september 2011 (hierna: Algemene Voorwaarden
)opgenomen beding die verband houdt met de vordering te vernietigen en de buitengerechtelijke kosten af te wijzen. Daarnaast is de eisende partij in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de verhouding tussen de in rekening gebrachte administratiekosten en de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. Ter uitvoering van het tussenvonnis heeft de eisende partij op 3 april 2024 een akte genomen (hierna: de akte).

2.De verdere beoordeling

Ambtshalve toetsing Algemene Voorwaarden
2.1.
In de akte na tussenvonnis heeft de eisende partij zich uitgelaten over het voornemen om artikel 9.7 van de Algemene Voorwaarden te vernietigen.
2.2.
De eisende partij heeft zich in de akte op het standpunt gesteld dat zij zich refereert aan het oordeel van de kantonrechter.
Administratiekosten
2.3.
Verder heeft de eisende partij zich in de akte na tussenvonnis uitgelaten over de verhouding tussen de op de factuur in rekening gebrachte administratiekosten en de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten.
2.4.
De eisende partij heeft zich in de akte op het standpunt gesteld dat er naast de buitengerechtelijke incassokosten geen administratiekosten in rekening mogen worden gebracht. De eisende partij heeft hierop bij akte laten weten de hoofdsom met het bedrag van de administratiekosten (€ 24,32) te verminderen.
Wat is hiervan het gevolg?
2.5.
Het voorgaande heeft tot gevolg dat artikel 9.7 van de Algemene Voorwaarden wordt vernietigd. De buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen.
2.6.
Voor het overige blijft de kantonrechter bij wat in het tussenvonnis is overwogen en beslist. De gevorderde hoofdsom exclusief administratiekosten (€ 250,11) is toewijsbaar.
2.7.
De vordering tot vergoeding van de verschenen rente zal worden afgewezen, omdat de eisende partij die rente (gelet op de toewijsbare hoofdsom) over een te hoog bedrag heeft berekend. De wettelijke rente zal worden toegewezen over de toewijsbare hoofdsom vanaf de datum van de dagvaarding.
Conclusie en proceskosten
2.8.
De vordering wordt gedeeltelijk toegewezen.
2.9.
De gedaagde partij wordt grotendeels in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten voor het nemen van de akte blijven voor de eisende partij omdat het aan haar te wijten was dat het nodig was om deze te nemen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 250,11, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 250,11 vanaf 22 december 2023 tot aan de dag van de gehele betaling;
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 107,84;
griffierecht € 130,00;
salaris gemachtigde € 80,00;
3.3.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter