In deze bodemzaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 16 april 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen Uniglas B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De zaak betreft een vordering tot betaling van een hoofdsom exclusief administratiekosten, waarbij de eisende partij zich heeft beroepen op een beding in de Algemene Verkoop- en Leveringsvoorwaarden van Uniglas B.V. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 6 maart 2024 de eisende partij de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over het voornemen om het beding te vernietigen en de buitengerechtelijke incassokosten af te wijzen. In de akte die op 3 april 2024 is ingediend, heeft de eisende partij aangegeven dat zij zich refereert aan het oordeel van de kantonrechter en dat er geen administratiekosten in rekening mogen worden gebracht naast de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het incassokostenbeding oneerlijk is en heeft dit vernietigd. De gevorderde hoofdsom van € 250,11 is toewijsbaar, met wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding. De gedaagde partij is grotendeels in het ongelijk gesteld en is veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Het vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.