Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
2.De beoordeling
Algemene Voorwaarden van de Branchevereniging Gecertificeerde Nederlandse Uitvaartondernemingen(hierna: de algemene voorwaarden).
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 9 juli 2025 uitspraak gedaan in een bodemzaak tussen Dela Uitvaartverzorging N.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van € 2.461,60, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente en proceskosten. De vordering was gebaseerd op een overeenkomst tussen een handelaar en een consument, gesloten buiten de verkoopruimte. De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of de eisende partij voldeed aan de wettelijke (pre)contractuele informatieplichten zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij niet had aangetoond dat de gedaagde partij was gewezen op het herroepingsrecht en dat de ontbindingstermijn niet expliciet was genoemd in de overeenkomst. Hierdoor werd de overeenkomst gedeeltelijk vernietigd, met een sanctie van 10%. De kantonrechter heeft de vordering grotendeels toegewezen, waarbij de gedaagde partij werd veroordeeld tot betaling van € 2.160,96, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van naleving van informatieplichten in consumentenovereenkomsten en de bescherming van consumentenrechten.