In deze zaak vorderen twee passagiers, gezamenlijk aangeduid als eisers, compensatie van Singapore Airlines Ltd, de vervoerder, wegens instapweigering op hun vlucht van Amsterdam naar Ngurah Rai via Singapore op 19 juli 2022. De passagiers waren omgeboekt naar een alternatieve vlucht en arriveerden 30 uur en 30 minuten later op hun eindbestemming. De passagiers vorderen een schadevergoeding van € 1.200,00, plus wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004, die hen recht geeft op compensatie bij instapweigering.
De vervoerder betwist de vordering en stelt dat de instapweigering gerechtvaardigd was vanwege een capaciteitsreductie die was opgelegd door Schiphol, waarbij het aantal passagiers met 30% moest worden verminderd. De kantonrechter oordeelt dat de vervoerder voldoende heeft aangetoond dat de annulering van de boekingen noodzakelijk was om ernstige verstoringen op Schiphol te voorkomen. De kantonrechter concludeert dat de passagiers geen recht hebben op compensatie, omdat de instapweigering op redelijke gronden was gebaseerd. De vordering van de passagiers wordt afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten.
Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter mr. S.N. Schipper op 4 juni 2025, en de passagiers zijn veroordeeld tot betaling van de proceskosten, vastgesteld op € 408,00, plus nakosten van € 102,00, voor zover deze daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt.