ECLI:NL:RBNHO:2025:6342

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
4 juni 2025
Publicatiedatum
10 juni 2025
Zaaknummer
10831337 \ CV EXPL 23-7988
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor vertraging van vlucht en buitengewone omstandigheden

In deze zaak vorderen de passagiers compensatie van de vervoerder, American Airlines Inc., vanwege een vertraging van meer dan drie uur bij hun vlucht van Amsterdam naar Cancun op 14 juli 2023. De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten met de vervoerder en eisen een schadevergoeding van € 1.800,00, plus buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De vervoerder betwist de vordering en stelt dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een gewijzigde EDCT (Expected Departure Clearance Time) die door de luchtverkeersleiding was opgelegd.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen en dat er in beginsel een compensatieplicht geldt voor de vervoerder, tenzij de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden. De vervoerder heeft aangetoond dat de vertraging van de vlucht het gevolg was van een gewijzigde EDCT en een gebrek aan luchthavenfaciliteiten, wat door de kantonrechter als een buitengewone omstandigheid werd erkend.

De kantonrechter concludeert dat de vervoerder voldoende maatregelen heeft getroffen om de vertraging te voorkomen en dat de vordering van de passagiers daarom wordt afgewezen. De proceskosten worden aan de passagiers opgelegd, omdat zij ongelijk hebben gekregen. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter mr. S.N. Schipper op 4 juni 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10831337 \ CV EXPL 23-7988
Uitspraakdatum: 4 juni 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1], wonende te [plaats 1],

2.
[eiser 2],wonende te [plaats 2],
3.
[eiser 3],
4.
[eiser 4],beiden wonende te [plaats 3],
5.
[eiser 5],
6.
[eiser 6],beiden wonende te [plaats 1],
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: Yource B.V.
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
American Airlines Inc.
gevestigd te Wilmington (Verenigde Staten)
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. M. Lustenhouwer

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben met de vervoerder een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 14 juli 2023 vervoeren van Amsterdam via Dallas Fort Worth (Verenigde Staten) naar Cancun (Mexico), met vluchten AA221 en AA1507.
2.2.
De passagiers zijn met een vertraging van meer dan drie uur aangekomen op de eindbestemming.
2.3.
De passagiers hebben daarom compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers vorderen – na vermindering van eis – dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.800,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der incident tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 586,85 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten;
3.2.
Daarnaast vorderen de passagiers afgifte van een certificaat zoals bedoeld in artikel 53 van de herziene EEX-Verordening.
3.3.
De passagiers baseren hun vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de vertraging van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 300,- per passagier (artikel 7 van de Verordening).
3.4.
De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Niet in geschil is dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur in Cancun zijn aangekomen, zodat er in beginsel een compensatieplicht geldt voor de vervoerder. Dit is anders indien de vertraging het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden.
4.3.
De kantonrechter is van oordeel dat de vervoerder voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de direct voorafgaande vlucht (AA220) kort voor vertrek een gewijzigde EDCT opgelegd heeft gekregen. De vervoerder heeft toegelicht dat een EDCT vergelijkbaar is met een CTOT in Europa. Omdat de Amerikaanse luchtverkeersleiding echter van een ander systeem gebruik maakt dan Eurocontrol, zijn er geen SAM- of SRM-berichten beschikbaar. Wanneer een vlucht een gewijzigd slot krijgt opgelegd, heeft de vlucht niet de mogelijkheid om toch eerder te vertrekken. Het is niet gebleken dat de Amerikaanse luchtverkeersleiding de gewijzigde slottijden heeft opgelegd door toedoen van de vervoerder. De kantonrechter vindt daarom dat de slotvertraging kan worden aangemerkt als een buitengewone omstandigheid.
4.4.
De vervoerder heeft toegelicht dat de vertraging van vlucht AA220 na aankomst in Amsterdam is opgelopen door een gebrek aan luchthavenfaciliteiten. Het toestel kreeg na de landing een ‘remote stand’ toegekend, en heeft vervolgens lang moeten wachten op bussen om de passagiers van de remote stand naar de gate te vervoeren. De kantonrechter is van oordeel dat de vervoerder zijn verweer, tegenover de blote betwisting van de passagiers, voldoende heeft onderbouwd.
4.5.
De conclusie is dat de (volledige) vertraging van vlucht AA220 het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden. Het is niet in geschil dat er een causaal verband bestaat die zich tijdens de uitvoering van vlucht AA220 heeft voorgedaan en vlucht AA221. Het voorgaande betekent dat het beroep van de vervoerder op de doorwerking van buitengewone omstandigheden slaagt.
4.6.
De vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft getroffen om de vertraging van de passagiers te voorkomen dan wel te beperken moet bevestigend worden beantwoord. De vervoerder heeft toegelicht dat hij de passagiers heeft omgeboekt op de eerstvolgende vlucht naar Cancun. Niet valt in te zien welke maatregelen de vervoerder nog meer of anders had kunnen nemen om de vertraging te voorkomen dan wel te beperken. Gelet op het voorgaande zal de vordering van de passagiers worden afgewezen.
4.7.
De proceskosten komen voor rekening van de passagier, omdat zij ongelijk krijgt. Daarbij wordt de passagier ook veroordeeld tot betaling van nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, als betekening plaatsvindt, met de kosten van betekening van dit vonnis.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vordering af;
5.2.
veroordeelt de passagier tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor de vervoerder worden vastgesteld op een bedrag van € 408,00 aan salaris van de gemachtigde van de vervoerder en veroordeelt de passagier tot betaling van € 102,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis.
5.3.
verklaart dit vonnis – voor wat de proceskostenveroordeling betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper, kantonrechter en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter