In deze zaak vorderen de passagiers compensatie van de vervoerder, American Airlines Inc., vanwege een vertraging van meer dan drie uur bij hun vlucht van Amsterdam naar Cancun op 14 juli 2023. De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten met de vervoerder en eisen een schadevergoeding van € 1.800,00, plus buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De vervoerder betwist de vordering en stelt dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk een gewijzigde EDCT (Expected Departure Clearance Time) die door de luchtverkeersleiding was opgelegd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur zijn aangekomen en dat er in beginsel een compensatieplicht geldt voor de vervoerder, tenzij de vertraging het gevolg is van buitengewone omstandigheden. De vervoerder heeft aangetoond dat de vertraging van de vlucht het gevolg was van een gewijzigde EDCT en een gebrek aan luchthavenfaciliteiten, wat door de kantonrechter als een buitengewone omstandigheid werd erkend.
De kantonrechter concludeert dat de vervoerder voldoende maatregelen heeft getroffen om de vertraging te voorkomen en dat de vordering van de passagiers daarom wordt afgewezen. De proceskosten worden aan de passagiers opgelegd, omdat zij ongelijk hebben gekregen. Het vonnis is uitgesproken door kantonrechter mr. S.N. Schipper op 4 juni 2025.