Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[eiser 1]
1.Het procesverloop
- de akte eisers.
2.De feiten
3.Het geschil
- € 1.503,92, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 363,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.De beoordeling
e-mail volgt niet zonder meer dat aan de passagiers de keuze is geboden tussen terugbetaling of een alternatieve vlucht naar de eindbestemming. Daarin staat namelijk slechts de mogelijkheid voor terugbetaling, of om contact op te nemen met de vervoerder voor omboeking. De passagiers hebben bij conclusie van repliek gesteld dat zij de vervoerder hebben gebeld, maar dat hij hen vervolgens geen alternatieve vlucht heeft aangeboden. De vervoerder heeft dit niet weersproken. Dat er wellicht nog stoelen beschikbaar waren op de door de vervoerder genoemde alternatieve vlucht, maakt dit niet anders. Daaruit volgt namelijk niet dat de vervoerder deze vlucht ook aan de passagiers heeft aangeboden. Dit betekent dat de vervoerder niet aan zijn verplichting tot het bieden van bijstand heeft voldaan. [5]
5.De beslissing
6 september 2021, tot aan de dag van voldoening van deze bedragen;
griffierecht € 240,00;
salaris gemachtigde € 510,00;