De kantonrechter dient nu te beoordelen of betrokkene en verweerder tijdelijk of duurzaam hun vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen niet behoorlijk waarnemen als gevolg van hun lichamelijke of geestelijke toestand.
Ten aanzien van betrokkene oordeelt de kantonrechter als volgt. Zowel verzoekers als verweerder hebben aangegeven dat betrokkene dementerend is en zij niet in staat is zelfstandig haar belangen te behartigen. Verweerder heeft weliswaar verklaard dat hij zorgvuldig hun gezamenlijke financiën beheert en hij alle benodigde zorgbeslissingen neemt voor betrokkene en daarom geen bewind en mentorschap nodig is, maar dat impliceert wel dat er een grond aanwezig is voor beide maatregelen, namelijk de geestelijke of lichamelijke toestand van betrokkene.
Het bewind en het mentorschap zou inderdaad niet nodig zijn als de kantonrechter er van overtuigd was dat verweerder ook zorgvuldige en verantwoordelijke beslissingen met betrekking tot zijn echtgenote zou nemen. Het is echter niet alleen de verklaring van verzoekers dat hun vader ervoor zorgt dat hun moeder niet tot rust komt in het verzorgingshuis, maar ook de schriftelijke verklaring van de coördinerend verpleegkundige van het verzorgingshuis en de mondelinge verklaring van een van de verzorgenden van betrokkene, gehoord op 18 december 2024, bevestigen deze situatie.
De coördinerend verpleegkundige heeft ondermeer verklaard dat betrokkene bijna dagelijks wordt opgehaald door verweerder, wat vermoeiend voor haar is, en dat verweerder geen rekening houdt met tijden van de maaltijden en de activiteiten. Betrokkene mist daardoor met regelmaat een maaltijd en is daardoor ook zichtbaar afgevallen.
Betrokkene krijgt op deze manier ook geen aansluiting met andere bewoners omdat zij bijna bij geen enkele activiteit betrokken is. Verweerder verheft ook vaak zijn stem of schreeuwt in het verzorgingshuis naar het personeel maar ook naar zijn echtgenote waar het personeel bij is.
Ter zitting heeft de kantonrechter ook geconstateerd dat verweerder regelmatig zijn stem verheft als verzoekers aan het woord zijn en door hen heen praat, en dat doet hij ook als de kantonrechter en zijn gemachtigde aan het woord zijn. Verweerder is dan moeilijk voor rede vatbaar.
Hoewel betrokkene tijdens haar verhoor heeft verklaard dat alles goed met haar gaat en zij door haar echtgenoot niets te kort komt, heeft de later gehoorde aanwezige verzorgende grotendeels hetzelfde verklaard als de coördinerende verpleegkundige. Verweerder ontzegt betrokkene alles. Hij zorgt ervoor dat zij niet kan aarden in het verzorgingshuis. Als verweerder in de gaten heeft dat er een activiteit gaat plaatsvinden, haalt hij betrokkene op. Als betrokkene van haar kinderen nieuwe kleding heeft gekregen, vindt de verzorgende die kleding niet meer terug als verweerder, die haar was doet, het wasgoed terugbrengt naar het verzorgingshuis. Ook als de kinderen iets voor betrokkene in haar koelkast zetten, zoals bijvoorbeeld chocomel, wordt dat door verweerder verwijderd.
Verweerder kan zeer boos worden als een van de verzorgenden aan hem vraagt iets specifieks voor betrokkene mee te nemen. Er zijn inmiddels negen incidenten van medewerkers gemeld in het verzorgingshuis over het gedrag van verweerder.