ECLI:NL:RBNHO:2025:5768

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
27 mei 2025
Publicatiedatum
27 mei 2025
Zaaknummer
11646037 \ KG EXPL 25-48
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van woning in kort geding wegens ernstige overlast door gedaagde

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, op 19 mei 2025 een vonnis gewezen in een kort geding tussen Stichting De Woonschakel Westfriesland en een gedaagde die niet is verschenen. De eisende partij, De Woonschakel, vorderde ontruiming van de woning van de gedaagde, gelegen aan een niet gespecificeerd adres, vanwege ernstige overlast die de gedaagde zou veroorzaken. De overlast bestond uit het draaien van harde muziek, schelden, aanvallen van de buurman en het gooien van huisraad over het balkon. Daarnaast werd gesteld dat de gedaagde zich niet als een goed huurder gedroeg, wat leidde tot vernieling en vervuiling van de woning.

De procedure begon met een dagvaarding op 24 april 2025, gevolgd door een mondelinge behandeling op 12 mei 2025. De gedaagde was niet verschenen, maar de kantonrechter oordeelde dat de gedaagde correct was opgeroepen, ook al was hij opgenomen in een GGZ-instelling. De kantonrechter verleende verstek tegen de gedaagde en beoordeelde dat De Woonschakel een spoedeisend belang had bij de ontruiming. De vordering werd toegewezen, en de gedaagde werd veroordeeld om binnen twee dagen na betekening van het vonnis de woning te verlaten en te ontruimen. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die op €843,45 werden begroot.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat De Woonschakel direct kan overgaan tot ontruiming, ongeacht een eventuele hoger beroep van de gedaagde.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: 11646037 \ KG EXPL 25-48
Vonnis in kort geding van 19 mei 2025
in de zaak van
STICHTING DE WOONSCHAKEL WESTFRIESLAND,
te Medemblik,
eisende partij,
hierna te noemen: De Woonschakel,
gemachtigde: mr. I.M. Sinnige,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 24 april 2025, met producties 1-12;
- de mondelinge behandeling van 12 mei 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de verstekverlening tegen [gedaagde] .

2.De beoordeling

2.1.
De Woonschakel vordert - samengevat - ontruiming van de woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] , met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
2.2.
De Woonschakel legt aan de vordering kort gezegd ten grondslag dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de huurovereenkomst. [gedaagde] veroorzaakt structureel ernstige overlast door ’s nachts harde muziek te draaien, te schelden, zijn buurman aan te vallen en zijn huisraad over het balkon te gooien. Bovendien wordt de verplichting zich als goed huurder te gedragen geschonden doordat de woning is vernield en vervuild, aldus De Woonschakel.
verstek
2.3.
Uit de door De Woonschakel overgelegde originele dagvaarding is gebleken dat [gedaagde] voor de zitting is opgeroepen door middel van het achterlaten van de dagvaarding op zijn woonadres in een gesloten envelop. Omdat [gedaagde] momenteel op basis van een zorgmachtiging is opgenomen in een GGZ-instelling, is het van belang om vast te stellen dat de dagvaarding [gedaagde] ook daadwerkelijk heeft bereikt. Ter zitting heeft mevrouw [naam] namens De Woonschakel verklaard dat er in de week voor de kort gedingzitting een Integraal Collegiaal Overleg heeft plaatsgevonden. Tijdens dat overleg was onder andere de GGZ-behandelaar van [gedaagde] aanwezig en is besproken dat De Woonschakel een kort geding tot ontruiming is gestart. In dit overleg bleek dat de datum van behandeling bij [gedaagde] bekend is, zo heeft [naam] verklaard.
2.4.
Op basis van het voorgaande heeft de kantonrechter geoordeeld dat [gedaagde] correct voor de zitting is opgeroepen en dat ook de overige bij wet voorgeschreven formaliteiten in acht zijn genomen. Daarom is verstek verleend tegen [gedaagde] .
ontruiming
2.5.
Een vordering in kort geding kan worden toegewezen als de partij die de voorziening vraagt hierbij zoveel spoed heeft dat die partij de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten. Bij die beoordeling is van belang hoe aannemelijk het is dat de vordering in een gewone procedure zal worden toegewezen.
2.6.
Uit de aard en de inhoud van de zaak is voldoende gebleken dat De Woonschakel een spoedeisend belang heeft bij de door haar gevorderde voorziening, zodat zij in zoverre ontvankelijk is in haar vordering.
2.7.
Op grond van hetgeen is aangevoerd en met stukken is onderbouwd komt de vordering tot ontruiming de kantonrechter niet ongegrond of onrechtmatig voor. De vordering zal daarom worden toegewezen.
proceskosten
2.8.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van De Woonschakel worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
145,45
- griffierecht
135,00
- salaris gemachtigde
543,00
- nakosten
20,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
843,45

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
verleent verstek tegen [gedaagde] ,
3.2.
veroordeelt [gedaagde] om binnen twee dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres] te [woonplaats] volledig en behoorlijk te (doen) verlaten en te (doen) ontruimen met al degenen die en al hetgeen zich daarin of daarop bevinden respectievelijk bevindt, alsmede de woning onder afgifte van de sleutels in lege, oorspronkelijke en behoorlijke staat ter vrije beschikking van De Woonschakel te (doen) stellen en vervolgens verlaten en ontruimd te houden,
3.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 843,45, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
3.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J. Lourens en in het openbaar uitgesproken op 19 mei 2025.