Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[eiser] ,2. [eiseres] ,
1.De procedure
2.Het geschil in de hoofdzaak
3.De beoordeling in het incident
4.De beslissing
2 juli 2025,
2 juli 2025voor conclusie van antwoord aan de zijde van Van Stralen,
Rechtbank Noord-Holland
Op 21 mei 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Alkmaar, een vonnis in incident gewezen in de zaak tussen [eisers] en Van Stralen Projectontwikkeling B.V. In deze zaak vorderden [eisers] in de hoofdzaak herstel van gebreken aan hun woning, die door Van Stralen waren uitgevoerd. Van Stralen heeft in het incident gevorderd om Poland Bouw B.V. in vrijwaring te mogen dagvaarden, omdat zij van mening is dat deze onderaannemer verantwoordelijk is voor de gebreken. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering tot oproeping in vrijwaring moet worden toegewezen, omdat Van Stralen voldoende redenen heeft aangevoerd die deze vordering ondersteunen. De rechtbank heeft daarbij vastgesteld dat geen van de partijen als in het ongelijk gestelde partij kan worden beschouwd, waardoor de proceskosten worden gecompenseerd. De beslissing houdt in dat Van Stralen Poland Bouw B.V. mag dagvaarden en dat de kosten van het incident tussen partijen worden gecompenseerd. De hoofdzaak zal opnieuw op de rol komen voor conclusie van antwoord aan de zijde van Van Stralen.