ECLI:NL:RBNHO:2025:576

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 januari 2025
Publicatiedatum
22 januari 2025
Zaaknummer
11243508 MB VERZ 24-693 NVDM
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot ontslag van mentor in het belang van betrokkene

In deze zaak heeft de moeder van betrokkene verzocht om het ontslag van de huidige mentor, A.J. Taam, en om benoeming van een nieuwe mentor. De moeder is ontevreden over de manier waarop Taam zijn rol als mentor vervult, met name omdat hij te weinig contact heeft met betrokkene en onvoldoende opkomt voor zijn belangen. Betrokkene verblijft al bijna een jaar op zijn slaapkamer zonder dagbesteding, wat volgens de moeder leidt tot een verslechtering van zijn gezondheid. De moeder voelt zich niet goed geïnformeerd door Taam en ervaart het contact met hem als kortaf en geïrriteerd. Ze is van mening dat haar kind van haar is afgepakt door de mentor.

Taam heeft verweer gevoerd en betwist dat hij zijn rol niet naar behoren vervult. Hij stelt dat hij handelt in het belang van betrokkene en dat de huidige situatie in samenspraak met de zorginstelling is ontstaan. Taam benadrukt dat er een programma voor betrokkene is en dat hij voldoende beweging krijgt. Hij wijst erop dat zowel de moeder als de voorgestelde nieuwe mentor toegang hebben tot het dossier van betrokkene en uitgenodigd worden voor overleggen.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat er geen gewichtige redenen zijn om Taam als mentor te ontslaan. De rechter benadrukt dat het niet gaat om de belangen van de moeder, maar om die van betrokkene. Het verzoek tot ontslag van de mentor is derhalve afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. M.C. van Rijn, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 21 januari 2025.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Bewind
locatie Alkmaar
Zaaknummer: 11243508 MB VERZ 24-693 NVDM
Uitspraakdatum: 21 januari 2025

Beschikking van de kantonrechter

op verzoek van:
[verzoekster],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: verzoekster,
in het mentorschap van:
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
van wie het adres bekend is bij deze rechtbank,
hierna ook te noemen: betrokkene,
van wie thans mentor is:
A.J. Taam h.o.d.n. Taam Mentorschap,
gevestigd te Nieuwe Niedorp,
hierna ook te noemen: Taam.

procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
  • het verzoekschrift met bijlagen, ter griffie ingekomen op 31 juli 2024;
  • de reactie van Taam, ter griffie ingekomen op 8 augustus 2024;
  • de brief van de bewindvoerder van betrokkene, ter griffie ingekomen op 21 augustus 2024;
  • de brief van verzoekster, ter griffie ingekomen op 9 september 2024;
  • een bereidverklaring van de voorgestelde mentor.
Een mondelinge behandeling van het verzoekschrift heeft plaatsgevonden op 16 december 2025.

beoordeling

Bij beschikking van de kantonrechter is Taam benoemd tot mentor ten behoeve van betrokkene.
Het verzoek strekt tot ontslag van Taam en tot benoeming van [mentor], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum], tot opvolgend mentor.
Verzoekster, moeder van betrokkene, geeft aan spijt te hebben van haar keuze om de huidige mentor voor te dragen. Verzoekster is niet tevreden over de wijze waarop Taam zijn rol als mentor vervult. Zo heeft hij te weinig contact met betrokkene en komt hij onvoldoende op voor zijn belangen. Zo verblijft betrokkene inmiddels al bijna een jaar op zijn slaapkamer zonder dagbesteding. Ondertussen neemt zijn gewicht alleen maar toe en wordt hij steeds stijver. Verzoekster neemt dit de mentor kwalijk.
Voorts vindt verzoekster dat zij onvoldoende informatie krijgt van Taam. Zij moet steeds vragen om informatie en hoort nauwelijks wat van Taam. Het lijkt erop dat Taam geen belang stelt in haar. Als er wel contact is dan ervaart verzoekster Taam als kortaf en geïrriteerd. Verzoekster stelt dat het contact tussen haar en Taam onherstelbaar is beschadigd.
Verder zou verzoekster graag zien dat betrokkene weer bij haar thuis komt wonen, maar dit wordt door Taam tegengehouden. Het voelt voor verzoekster daarom alsof haar kind is afgepakt.
Taam voert verweer tegen het verzoek en betwist dat hij zijn rol als mentor niet naar behoren vervult. De mentor handelt vanuit het perspectief en in het belang van betrokkene. Het klopt dat betrokkene op zijn kamer verblijft. Dit is in samenspraak met de zorginstelling omdat de situatie onhoudbaar was. Er is sprake van 1-op-1-begeleiding en er is een heel programma voor betrokkene samengesteld. Inmiddels heeft betrokkene zijn moeder 2 keer onder begeleiding mogen bezoeken, maar volgens de gedragsdeskundige heeft hij daar weinig aan en is dit vooral in het belang van moeder zelf. Verder is de zorginstelling druk bezig met het overgewicht van betrokkene. Hier is heel medisch team mee bezig. Betrokkene krijgt zoveel mogelijk beweging.
Verder benadrukt Taam dat zowel verzoekster als de voorgestelde nieuwe mentor uitgenodigd worden voor overleggen en toegang hebben tot het dossier van betrokkene. Het klopt dus niet dat zij geen informatie krijgen.
Tot slot geeft Taam aan dat een verzoekster gewenste terugkeer naar huis (bij moeder) wordt afgeraden door alle deskundigen.
Gelet op het voorgaande overweegt de kantonrechter als volgt. De kantonrechter kan een mentor ingevolge de wet ontslaan wegens gewichtige redenen. De kantonrechter dient dus te toetsen of daar sprake van is. Naar het oordeel van de kantonrechter is niet gebleken van gewichtige redenen die aanleiding geven Taam als mentor te ontslaan. Het is namelijk niet gebleken dat Taam niet in het belang van betrokkene handelt. Dat verzoekster niet blij is met Taam als mentor en dat het contact tussen hen niet optimaal is, maakt dat niet anders. Het gaat namelijk niet om de belangen van verzoekster, maar om de belangen van betrokkene. De kantonrechter zal het verzoek derhalve afwijzen.

beslissing

De kantonrechter wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.C. van Rijn, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter