Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.De procedure
2.De verdere beoordeling in conventie en in reconventie
- tot betaling wegens verbeurde kortingen van primair € 398.319,75, subsidiair € 311.728,50 en meer subsidiair € 163.561,25, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek (BW) vanaf de dag van de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie (14 april 2021, rechtbank);
- in de proceskosten, inclusief de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente, althans compensatie van de proceskosten.
- de doorlooptijd van de staalconstructie is gewijzigd van 3,5 weken naar 5,5 weken;
- er een wijziging is aangebracht in de vloerankers, waardoor de bouwtijd met drie weken is verlengd;
- er sprake was van opstarttijd bij het hervatten van de werkzaamheden het stilleggen van de bouw.
- BC-2: Extra inzet constructeur [bedrijf 1] (€ 13.117,63). Zaan Primair heeft aangevoerd dat de werkzaamheden blijkens de facturen betrekking hebben op de weken 17 tot en met 36 en week 40 van 2019, dus grotendeels vóórdat de bouw in week 32 werd stilgelegd, en dat ADS niet heeft toegelicht dat deze werkzaamheden het gevolg zijn van fouten in het constructief ontwerp. ADS heeft daarop onvoldoende gereageerd. De rechtbank zal deze post daarom afwijzen.
- BC-5: verplaatsing VBI eerste verdieping (€ 2.983,50). Zaan Primair heeft aangevoerd dat de kosten niet zijn onderbouwd en ook niet blijken uit de datasheet van ADS. In reactie daarop heeft ADS twee facturen overgelegd van VBI ter hoogte van in totaal € 802,50 en betoogd dat verder kosten zijn gemaakt omdat eigen medewerkers van ADS werkzaamheden hebben verricht. Zaan Primair erkent de kosten van VBI en heeft toegelicht dat uit de facturen van VBI blijkt dat er twee dagen is gewerkt door de eigen medewerkers van ADS (waarmee volgens Zaan primair een bedrag van 2 x € 270,- gemoeid is), zodat Zaan Primair een bedrag van € 1.342,50 toewijsbaar acht. ADS heeft daarop onvoldoende concreet gereageerd. De rechtbank zal deze post daarom alleen voor het erkende deel toewijzen en voor het overige afwijzen wegens het ontbreken van een voldoende onderbouwing door ADS.
- BC-6/BC-7: aanpassing vloeren (€ 17.133,17). ADS voert aan dat de reeds geleverde kanaalplaten niet meer pasten als gevolg van de gewijzigde constructie, waarna hak- en breekwerk is uitgevoerd. Zaan Primair voert aan dat een deel van de facturen betrekking hebben op boorwerkzaamheden in april en mei 2020, terwijl de werkzaamheden in verband met de gewijzigde vloerankers al hadden plaatsgevonden in maart 2020. Er lijken daarom reguliere werkzaamheden in rekening te worden gebracht en het causaal verband ontbreekt, aldus Zaan Primair. Omdat ADS hier onvoldoende op heeft gereageerd, wijst de rechtbank alleen het erkende deel toe (€ 11.145,67).
- TK-1 en TK-2: kosten opslag VBI, LKB kasten [bedrijf 4] en [bedrijf 2] (€ 22.431,50, € 12.250,-, € 3.500 en € 14.000,-). ADS heeft deze posten, in het licht van de gemotiveerde betwisting door Zaan Primair, onvoldoende onderbouwd. Zij stelt dat zij geen facturen heeft en ten aanzien van TK-1 slechts een offerte. Zaan Primair heeft de verschuldigdheid van deze posten gemotiveerd weersproken. Van ADS kan in dat geval op zijn minst worden verlangd dat zij een betaalbewijs overlegt. Ook daarvan is geen sprake, zodat de rechtbank deze posten afwijst.
- TK-3: algemene bouwplaatskosten (ABK) (€ 66.307,50): Zaan Primair onderkent dat een langere doorlooptijd van een project tot extra ABK kan leiden. Tot een bedrag van € 29.673,- heeft Zaan Primair, op basis van een eigen kostenopstelling van ADS, deze post aanvankelijk als redelijk erkend, waarbij met name de vaste huurcomponenten zijn geaccepteerd. Nadat ADS deze post heeft onderbouwd met facturen van BPI, heeft Zaan Primair zich echter op het standpunt gesteld dat de kosten al zijn opgenomen in post TK-11 en dus sprake is van een dubbeltelling. De rechtbank is van oordeel dat Zaan Primair niet begrijpelijk heeft toegelicht dat de eigen kostenopstelling van ADS, waarop de erkenning van Zaan Primair was gebaseerd, achteraf onjuist is gebleken. De rechtbank zal daarom het aanvankelijk door Zaan Primair erkende deel toewijzen. Voor het overige wordt deze post afgewezen, omdat de post door ADS onvoldoende is onderbouwd. ADS heeft de onderbouwing van deze post overgelegde stapel facturen niet van een toelichting voorzien, zodat de rechtbank aan die facturen verder voorbij gaat.
- TK-3: opslag kozijnen Oomkens (€ 8.750,-). ADS heeft ter onderbouwing van deze post een (eerste) factuur overlegd voor de levering van de kozijnen. Zaan Primair heeft terecht opgemerkt dat daaruit niet blijkt dat opslagkosten in rekening zijn gebracht. Gelet op de datum van de factuur (14 oktober 2019, dus kort na de start het stilleggen van de bouw) is dat ook onaannemelijk. Deze post wordt daarom afgewezen.
- TK-3: opslag Velux-ramen (€ 3.500,-). ADS legt een factuur over waaruit blijkt dat de Velux-ramen zijn geleverd in Goor, maar daarop zijn geen opslagkosten vermeld. ADS stelt dat de kosten van opslag en transport intern zijn verrekend. Zaan Primair betwist dat. Het had op de weg van ADS gelegen om die interne verrekening van kosten te onderbouwen. Nu zij dat niet heeft gedaan wordt de post afgewezen.
- TK-3: opslag HSB/daken (€ 9.625,-) en gevelstenen (8.750,-). ADS beschikt niet over een factuur, maar betoogt dat deze posten ook zonder factuur voor vergoeding in aanmerking komen. De rechtbank overweegt dat, gelet op de gemotiveerde betwisting van Zaan Primair, ADS een onderbouwing dient te geven van de posten die zij vordert, bijvoorbeeld (op zijn minst) een specificatie en/of betaalbewijs. De door ADS aangehaalde uitspraken van de Raad voor Arbitrage maken dat niet anders, omdat die uitspraken gaan over schadeposten die niet (of niet gemotiveerd) zijn betwist, terwijl daarvan hier geen sprake is. Nu een onderbouwing ontbreekt worden de posten afgewezen.
- TK-4: kosten [bedrijf 4] (€ 113.755,08). Deze post heeft betrekking op vertragingsschade van een onderaannemer van ADS. ADS voert aan dat zij niet beschikt over een factuur, maar licht dat verder niet toe. De rechtbank overweegt dat het niet goed denkbaar is dat ADS deze (aanzienlijke) kosten betaalt zonder dat die worden gefactureerd. Ook een betaalbewijs ontbreekt. ADS heeft de kostenopbouw weliswaar inzichtelijk gemaakt, maar weerlegt daarmee niet de kern van het verweer van Zaan Primair, inhoudende dat de kosten kennelijk niet in rekening zijn gebracht bij ADS en ook niet blijken uit de datasheet uit de eigen administratie van ADS. De rechtbank is daarom van oordeel dat ook deze post moet worden afgewezen.
- TK-6: mobilisatiekosten na herstart werkzaamheden (€ 16.168,-). Zaan Primair betoogt dat ADS deze post te ruim heeft begroot. Zij voert onder meer aan dat de startgesprekken met de onderaannemers behoren tot de normale uitvoeringskosten en dat de eerste startgesprekken met de onderaannemers nog niet hadden plaatsgevonden en dus niet tweemaal gevoerd hoefde te worden. De rechtbank is echter van oordeel dat het voor de hand ligt dat er een significant aantal uren gemoeid zal zijn geweest met het aangelijnd houden of krijgen van de onderaannemers als gevolg van het stilleggen van de bouw voor ruim zeven maanden en dat dit de gebruikelijke kosten ruimschoots heeft overstegen. Bij gebreke van concrete aanknopingspunten ziet de rechtbank aanleiding deze schade aldus te begroten (op grond van artikel 6:97 BW) dat ook de helft van het betwiste gedeelte wordt toegewezen. Het toe te wijzen bedrag bedraagt dus € 11.081,- (het erkende bedrag van € 5.994,-, plus de helft van het betwiste deel van € 10.174,-).
- TK-7: stilstand en inefficiëntie projectteam uitvoerend technisch administratief (“UTA”, € 234.956,-). ADS legt aan deze post ten grondslag dat haar medewerkers gedurende het stilleggen van de bouw 35 weken niet hebben kunnen werken. Dat daarvan sprake is geweest heeft ADS echter niet onderbouwd en is door Zaan Primair gemotiveerd weersproken. Zaan Primair heeft zich daarnaast beroepen op het rapport van B22 waaruit volgt dat het ongebruikelijk is om (zoals ADS vordert) alle kosten van de werkvoorbereiders, projectleider en -managers door te belasten. Het had op de weg van ADS gelegen om, gelet op de gemotiveerde en onderbouwde betwisting van Zaan Primair, toe te lichten en uit te splitsen in welke mate het mogelijk was voor haar medewerkers om op andere projecten te werken. ADS heeft dat niet gedaan. Ook heeft ADS niet de mate van inefficiënte toegelicht. Daarmee heeft zij haar vordering onvoldoende onderbouwd en Zaan Primair de mogelijkheid ontnomen daartegen concreet verweer te voeren. Bovendien heeft ADS niet inzichtelijk gemaakt op welke wijze zij heeft voldaan aan haar verplichting tot schadebeperking. De rechtbank zal daarom alleen het erkende deel van € 69.7000,- toewijzen.
- TK-8: derving algemene kosten, winst en risico (“AKWR”, € 316.950,-). De rechtbank stelt voorop dat deze post door ADS onvoldoende is onderbouwd. ADS stelt slechts dat zij - gelet op de inschrijfbegroting - aanspraak heeft op 10% van de aanneemsom en dat het bedrag is uitgesmeerd over de looptijd van het project, waarbij wordt uitgegaan van een vertraging van 8 maanden. De rechtbank overweegt dat hoewel in beginsel als vertragingsschade ook dekking voor algemene kosten, winst en risico kan worden gevorderd, dan wel aannemelijk moet zijn dat er van zodanige derving in werkelijkheid sprake is geweest. Dat stuit hier al af op het gegeven dat niet betwist is dat het gros van de werkzaamheden (onbetwist: 87%) in onderaanneming is uitgevoerd. Daarom zal de schade als gevolg van de vertraging ook bij die onderaannemers terecht zijn gekomen. Dat die schade via doorbelasting is verlegd naar ADS als hoofdaannemer, heeft ADS niet gesteld of onderbouwd. De rechtbank ziet in de stellingen van ADS evenmin voldoende basis voor toewijzing van de resterende 13%, omdat Zaan Primair terecht heeft aangevoerd dat ADS niet stelt met welke middelen zij winst of dekking van de algemene kosten had kunnen genereren en op welke wijze zij heeft voldaan aan haar schadebeperkingsplicht. De post wordt daarom afgewezen.
- TK-9: indexatie (€ 337.303,51). Vooropgesteld wordt dat niet is uitgesloten dat de (vertragings)schade van ADS kan bestaan uit indexatie. In dit geval staat het prijsvast-beding (van artikel 3 lid 1 van de overeenkomst) daaraan naar het oordeel van de rechtbank niet in de weg, voor zover de vertraging die heeft geleid tot de prijsstijging, is veroorzaakt door de fouten in het ontwerp van SWINN. Voor toewijzing van dergelijke schade zal, zoals Zaan Primair terecht opmerkt, echter wel aannemelijk moeten zijn dat ADS als gevolg van de vertraging daadwerkelijk voor gestegen kosten is komen te staan. Dat heeft zij niet aangetoond. Ook in dit verband is de hiervoor gemaakte opmerking over doorbelasting van belang. Daarbij komt dat Zaan Primair heeft aangevoerd dat de prijsstijgingen waarmee ADS daadwerkelijk geconfronteerd is, al bij Zaan Primair in rekening zijn gebracht in de (hiervóór besproken) posten BC-1 tot en met BC-11. ADS heeft daarop niet gereageerd, zodat de rechtbank daarvan uitgaat. Post TK-9 wordt daarom afgewezen.
- TK-10: kosten juridische bijstand (€ 11.874,-). ADS voert aan dat deze kosten zijn gemaakt ter bepaling van de juridische positie en het opstellen van het procesvoorstel (van 14 februari 2020). Zaan Primair heeft daartegen aangevoerd dat de kosten betrekking hebben op een latere periode (november 2020 tot juli 2021), toen de onderhavige procedure werd gestart en betoogt dat uit het overzicht van ADS niet kan worden afgeleid dat de betreffende facturen van de advocaten van ADS daadwerkelijk betrekking hebben op zaken die speelden in het kader van de bouwstop en/of wijzigingen van het constructief ontwerp. Zaan Primair betoogt verder dat dit kosten zijn ter zake van verrichtingen waarvoor de in de artikelen 237 tot en met 240 Rv bedoelde forfaitaire proceskostenveroordeling een vergoeding pleegt in te sluiten. ADS heeft daarop niet gereageerd en ook niet aangevoerd dat in dit geval afwijking van de forfaitaire vergoeding gerechtvaardigd is. Deze post zal daarom worden afgewezen.
- TK-13: inefficiëntie [bedrijf 4] kosten uitloop (€ 43.355,-). Deze post bestaat uit twee meerwerkfacturen van [bedrijf 4], die hierna kortheidshalve M15 en M16 worden genoemd. Zaan Primair heeft verschuldigdheid van factuur M15 betwist, omdat niet blijkt dat dit meerwerk het gevolg is van de fouten in het ontwerp van SWINN. ADS heeft daarop niet gereageerd. De enkele stelling dat de factuur verwijst naar “
- € 114.127,01, te vermeerderen met btw en de enkelvoudige wettelijke handelsrente vanaf 23 februari 2021 (meerwerk);
- € 259.385,62, te vermeerderen met de enkelvoudige wettelijke rente vanaf 25 september 2019 (tijdgebonden kosten);
- € 230.911,20, te vermeerderen met de enkelvoudige wettelijke rente vanaf 28 juli 2021 (terugbetaling bankgarantie).