ECLI:NL:RBNHO:2025:561

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
14 januari 2025
Publicatiedatum
22 januari 2025
Zaaknummer
C/15/360388 / FA RK 24-6502
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging voor de duur van 12 maanden in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 14 januari 2025 een zorgmachtiging verleend voor de duur van 12 maanden aan betrokkene, die lijdt aan schizofrenie. De officier van justitie had verzocht om deze machtiging, omdat betrokkene zorg nodig heeft die niet op vrijwillige basis kan worden verleend. Tijdens de mondelinge behandeling op 14 januari 2025 is betrokkene, bijgestaan door haar advocaat, gehoord, evenals een begeleider van het FACT-team en een psychiater. De psychiater heeft telefonisch deelgenomen aan de zitting.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene ernstig nadeel ondervindt door haar psychische stoornis, waaronder lichamelijk letsel, psychische schade, verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Ondanks het verzoek van betrokkene om een zelfbindingsverklaring op te stellen, heeft de rechtbank geoordeeld dat de situatie van betrokkene nog onvoldoende is gestabiliseerd en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De rechtbank heeft de argumenten van de advocaat van betrokkene niet gevolgd, omdat er onvoldoende vertrouwen is dat betrokkene op vrijwillige basis aan de behandeling zal meewerken.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van 12 maanden, tot en met 14 januari 2026, en heeft de verzoeken om de duur van de machtiging te verkorten afgewezen. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 22 januari 2024. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie en Jeugd
locatie Haarlem
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
zaak-/rekestnr.: C/15/360388 / FA RK 24-6502
beschikking van de enkelvoudige kamer van 14 januari 2025,
naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz), voor:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
wonende te [woonplaats] ,
hierna: betrokkene,
advocaat: mr. S.M. Gaasbeek-Wielinga, kantoorhoudende te Haarlem, ter zitting waargenomen door mr. J.K. Gaasbeek.

1.Procedure

1.1.
Bij het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 24 december 2024, heeft de officier van justitie verzocht om afgifte van een zorgmachtiging voor betrokkene.
1.2.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 17 december 2024;
  • het zorgplan van 17 december 2024;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 20 december 2024;
  • de machtiging tot het verlenen van verplichte zorg van 5 augustus 2024;
  • het historisch overzicht met daarin eerder verleende machtigingen op grond van onder meer de Wvggz.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 14 januari 2025, op het woonadres van betrokkene.
1.4.
Ter zitting zijn de volgende personen gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • [begeleider] , begeleider vanuit het FACT-team;
  • [psychiater] , psychiater.
1.5.
De psychiater heeft telefonisch deelgenomen aan de zitting.
1.6.
De officier van justitie heeft aangegeven niet ter zitting te zullen verschijnen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten: schizofrenie.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er door voornoemde stoornis ernstig nadeel voor of van betrokkene of een ander is, te weten:
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige psychische schade;
  • ernstige verwaarlozing;
  • maatschappelijke teloorgang.
2.3.
Om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
Namens betrokkene is verzocht om afwijzing van het verzoek gelet op het volgende. Betrokkene is bereid om op vrijwillige basis mee te werken aan de behandeling. Ze accepteert alle zorg, waaronder medicatie, en zit niet graag in een dwangsituatie. Betrokkene wil dan ook een zelfbindingsverklaring opstellen, zodat zij haar autonomie behoudt en kan aangegeven welke zorg zij accepteert.
2.4.1
De psychiater en de begeleider hebben ter zitting aangegeven dat het voor de medicamenteuze behandeling noodzakelijk is om bloed te prikken, waar betrokkene niet van houdt. Zij achten de kans gelet hierop klein dat betrokkene in het vrijwillige kader aan de behandeling mee zal werken. Daarnaast is gebleken dat een zelfbindingsverklaring naar verwachting niet effectief is, aangezien het in dat kader – indien nodig – lastig is om acuut in te kunnen grijpen.
2.4.2
De rechtbank volgt het betoog van de advocaat niet en oordeelt als volgt. Gebleken is dat het toestandsbeeld van betrokkene nog onvoldoende is gestabiliseerd en het is dan ook van belang dat de behandeling wordt voortgezet. Gelet op de overgelegde stukken en verklaringen van de behandelaren, acht de rechtbank een zorgmachtiging noodzakelijk om betrokkene de nodige zorg te kunnen bieden. Deze periode kan worden benut om in alle rust het juiste hulpverleningstraject voor betrokkene te bepalen en de daarvoor benodigde stappen te zetten. Hoewel betrokkene aangeeft bereid te zijn een zelfbindingsverklaring op te stellen, dient de komende periode onderzocht te worden of dit tot de mogelijkheden behoort aangezien betrokkene wilsonbekwaam wordt geacht, weinig ziektebesef heeft en het niet eens is met een behandeling. De verwachting is op dit moment dan ook niet gerechtvaardigd dat zij binnen een afzienbare tijd een geldige zelfbindingverklaring zal ondertekenen. Gelet op voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er (nog) geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig.
2.5.
Op grond van de medische verklaring, het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur, acht de rechtbank gedurende de hele looptijd van de zorgmachtiging de volgende vormen van verplichte zorg nodig:
- het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg, te weten:
  • het toedienen van vocht en voeding, en
  • het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen,
worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid hiervan niet (afdoende) is gemotiveerd.
De rechtbank merkt nog op dat betrokkene in 2024 opgenomen is geweest voor het instellen van de medicatie, omdat dat in de thuissituatie niet was gelukt. Op dat moment was het opnemen in een accommodatie een vorm van verplichte zorg die gold, zodat er – anders dan is besproken ter zitting – wel een grondslag was voor opname. Zowel in de stukken als ter zitting is voldoende aannemelijk geworden dat deze vorm van zorg het komende jaar naar verwachting niet noodzakelijk zal zijn.
2.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van 12 maanden, en geldt aldus tot en met 14 januari 2026. Het verzoek van de advocaat om de duur van de zorgmachtiging te bekorten, zodat betrokkene in de tussentijd een zelfbindingsverklaring kan opstellen, wordt gezien hetgeen is overwogen onder 2.4.2 niet gevolgd.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ), met de vormen van verplichte zorg zoals hierboven onder 2.5. is vermeld, alles voor de volledige duur van de zorgmachtiging;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
14 januari 2026;
3.3.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Ok, rechter, in tegenwoordigheid van E.C.A. Schinck als griffier en in het openbaar uitgesproken op 14 januari 2025.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 22 januari 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.