[eiser] vordert - na wijziging van eis – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
I. [gedaagde] in haar hoedanigheid van executeur te veroordelen tot betaling door de nalatenschap van een bedrag van € 40.378,15 aan [eiser], in verband met haar vordering op de nalatenschap ter zake de overwaarde van de in 2018 verkochte woning, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 september 2023;
II. [gedaagde] in haar hoedanigheid van executeur te veroordelen tot betaling door de nalatenschap aan [eiser] van een bedrag ter grootte van 50% van het restant van de nalatenschap, zijnde een bedrag van € 4.062,39, dan wel een bedrag door de rechtbank in goede justitie te bepalen;
Subsidiair
III. [gedaagde] in haar hoedanigheid van executeur te veroordelen tot betaling door de nalatenschap van een bedrag van € 9.881,58 in verband met haar vordering op de nalatenschap ter zake de afwikkeling van de nalatenschap van de heer [betrokkene];
IV. [gedaagde] in haar hoedanigheid van executeur te veroordelen tot betaling van een bedrag ter grootte van 50% van het na betaling van het onder III genoemde bedrag resterende saldo van de nalatenschap, dan wel een bedrag door de rechtbank in goede justitie te bepalen;
Meer subsidiair
V. [gedaagde] in haar hoedanigheid van executeur te veroordelen tot betaling door de nalatenschap van een bedrag ter grootte van 50% van het saldo van de nalatenschap, dan wel een bedrag door de rechtbank in goede justitie te bepalen;
Primair, subsidiair en meer subsidiair
VI. [gedaagde] in haar hoedanigheid van executeur te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten begroot op € 1.219,41;
VII. [gedaagde] in haar hoedanigheid van executeur te veroordelen in de kosten van deze procedure.