Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.Het geschil in het incident
3.De beoordeling in het incident
4.De beslissing
in de hoofdzaak:
Rechtbank Noord-Holland
Op 15 mei 2025 heeft de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, uitspraak gedaan in een incident tussen AirHelp Germany GmbH en Ryanair DAC. AirHelp, vertegenwoordigd door mr. D.E. Lof, verzocht de kantonrechter om Ryanair niet-ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen. Ryanair, vertegenwoordigd door mr. J.J. Croon, betwistte de ontvankelijkheid van AirHelp op basis van een vermeende ontoereikende cessie van het vorderingsrecht van een passagier. De kantonrechter overwoog dat een incident een procedurele kwestie betreft en dat de beoordeling van de geldigheid van de cessie een materieel geschil is dat voorbehouden is aan de rechter in de hoofdzaak. De kantonrechter wees de incidentele vordering van Ryanair af, omdat het niet-ontvankelijk verklaren van AirHelp zou leiden tot de afwijzing van de hoofdvordering. Ryanair werd veroordeeld in de proceskosten van het incident, die aan de kant van AirHelp werden begroot op € 82,00. De zaak werd verwezen naar de rol voor het indienen van een antwoordformulier aan de zijde van Ryanair op 11 juni 2025.