Uitspraak
1.De vennootschap onder firma [gedaagde 1],2. [gedaagde 2],3. [gedaagde 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 26 juli 2024
- de conclusie van antwoord van 11 september 2024
- de spreekaantekeningen die namens [eiser] tijdens de mondelinge behandeling zijn voorgedragen en overgelegd.
2.De feiten
[eiser]” staat vermeld.
3.Het geschil
[gedaagden] voert ook inhoudelijk verweer. Zij voert aan dat de lastgevingsovereenkomst is gesloten met [betrokkene 2]. [betrokkene 2] is geen medewerker van [bedrijf]. De keuken is besteld door [betrokkene 2], dus [eiser] had deze vordering tegen [betrokkene 2] in moeten stellen, althans hij had [betrokkene 2] moeten betrekken bij deze procedure. Verder heeft [gedaagden] € 25.753,70 betaald aan Reddy Keukens, zodat zij niet in verzuim heeft kunnen verkeren. De bedragen zijn dan wel te laat aan Reddy Keukens voldaan, maar [eiser] heeft daar geen nadeel van ondervonden omdat in het betaalde bedrag tevens de incassokosten en rente is begrepen die [gedaagden] uit eigen middelen aan Reddy Keukens heeft voldaan. [gedaagden] concludeert tot afwijzing van de vorderingen.
4.De beoordeling
5.De beslissing
- het bedrag van € 2.723,53,met ingang van 30 januari 2023,
- het bedrag van € 925,17,met ingang van 26 juli 2024,
telkens tot de dag van volledige betaling,