In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 15 januari 2025, heeft eiser, een sportschool, een vordering ingesteld tegen gedaagde voor de betaling van € 594,00 wegens vermeende achterstallige betalingen van een sportschoolabonnement. Eiser stelt dat gedaagde in 2016 een abonnement met personal training heeft afgesloten, maar gedaagde betwist dit en beweert enkel proeflessen te hebben gevolgd. De kantonrechter heeft het procesverloop in detail bekeken, waarbij eiser heeft gesteld dat gedaagde drie lessen heeft gevolgd, waarvan één proefles, en dat er een overeenkomst voor zes maanden is gesloten. Gedaagde heeft echter aangevoerd dat hij dacht dat het om een eenmalige betaling ging en heeft alle andere afschrijvingen gestorneerd.
De kantonrechter oordeelt dat het enkele feit dat gedaagde een SEPA-machtiging heeft afgegeven, onvoldoende is om aan te nemen dat er een duurovereenkomst is gesloten. Bovendien zijn de overgelegde whatsappberichten niet voldoende om de stelling van eiser te onderbouwen. De rechter wijst erop dat eiser had moeten aantonen dat er een overeenkomst was en dat hij niet heeft voldaan aan de wettelijke informatieplichten die gelden bij consumentenovereenkomsten. Hierdoor wordt de vordering van eiser afgewezen en wordt hij veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan gedaagde.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de vordering wordt afgewezen, eiser wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten, en het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.