Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
mr. I. Hermans en van hetgeen de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. A.D. Renshof, advocaat te Hoorn, naar voren hebben gebracht.
1.Tenlastelegging
- twee gebroken ribben en/of
- een (lange en/of diepe) scheur- en/of snijwond aan de linkerschouder/arm (waardoor ontsierend litteken is ontstaan),
- een of meermalen met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, te steken en/of te snijden en/of
- een of meermalen met kracht op zijn hoofd en/of lichaam te slaan/stompen en/of knietjes te geven;
- een of meermalen met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft gestoken en/of
- een of meermalen op zijn hoofd en/of lichaam met kracht heeft geslagen/gestompt en/of knietjes te geven,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
Meer subsidiairhij op of omstreeks 13 april 2024 te Venhuizen, gemeente Drechterland, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [benadeelde] heeft mishandeld door die [benadeelde]:
- een of meermalen met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, te steken en/of te snijden en/of
- een of meermalen met kracht op zijn hoofd en/of lichaam te slaan/stompen en/of knietjes te geven,
- twee gebroken ribben en/of
- een (lange en/of diepe) scheur- en/of snijwond aan de linkerschouder/arm (waardoor ontsierend litteken is ontstaan);
2.Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
meermalen met kracht op zijn hoofd en lichaam heeft geslagen/gestompt en knietjes heeft geven, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.Kwalificatie
5.Strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van de verdachte
7.Motivering van de sanctie
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
1 [één] maand, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
100 [honderd] urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren daarvan verrichten te vervangen door 50 [vijftig] dagen hechtenis.