Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
3.
[gedaagde 3],
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Zaanstad, op 30 december 2024 een verstekvonnis uitgesproken in een kort geding tussen Stichting Parteon en meerdere gedaagden. Eiseres, Stichting Parteon, heeft gedaagden op 22 november 2024 gedagvaard en de mondelinge behandeling vond plaats op 16 december 2024. Gedaagden zijn niet verschenen, waardoor verstek is verleend. Eiseres vorderde de ontruiming van een woning in [plaats] en betaling van achterstallige huur door gedaagde sub 1, die een bedrag van € 1.948,70 verschuldigd was tot en met 30 november 2024, vermeerderd met € 456,12 per maand vanaf 1 december 2024 zolang hij de woning onder zich houdt.
De kantonrechter heeft de vordering van eiseres toegewezen, omdat deze spoedeisend was en niet onrechtmatig of ongegrond leek. De rechter heeft ook ambtshalve getoetst aan het dwingende consumentenrecht, wat geen aanleiding gaf om de vordering af te wijzen. De ontruimingstermijn is vastgesteld op veertien dagen na betekening van het vonnis. Gedaagden zijn in het ongelijk gesteld en moeten de proceskosten van in totaal € 1.188,22 betalen, inclusief de kosten van de dagvaarding, griffierecht, salaris van de gemachtigde en nakosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.