a. gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot afgifte van de auto de Mercedes-Benz A 180 D met kenteken [kenteken] aan [eiser] dan wel een door haar aan te wijzen derde, binnen 72 uur na betekening van het te wijzen vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat zij met afgifte in gebreke blijven, met een maximum van € 28.000,00;
b. gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [eiser] van een bedrag van € 1.040,60 indien [eiser] tot inname van de auto over moet gaan;
c. gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf de door de deurwaarder vermelde termijn tot aan de dag van algehele voldoening;
II. in de hoofdzaak
a. te verklaren voor recht dat de huurkoopovereenkomst met betrekking tot de Mercedes-Benz A 180 D met kenteken [kenteken] is ontbonden;
b. gedaagden hoofdelijke te veroordelen tot afgifte van de auto, de Mercedes-Benz A 180 D met kenteken [kenteken], aan [eiser], dan wel een door haar aan te wijzen derde, binnen 72 uur na betekening van het te wijzen vonnis, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat zij met afgifte in gebreke blijven, met een maximum van € 28.000,00;
c. gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [eiser] van een bedrag van € 28.239,90;
d. gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de contractuele rente (zijnde 1,5% per maand) tot en met 27 augustus 2024 tot een bedrag van € 1.360,02, althans de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, althans de wettelijke rente ex art. 6:119 BW over een bedrag van € 28.239,90 vanaf de respectievelijke factuurdata tot en met 27 augustus 2024;
e. gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de contractuele rente (zijnde 1,5% per maand), althans de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW, althans de wettelijke rente ex art. 6:119 BW over een bedrag van € 28.239,90 vanaf de 28 augustus 2024, althans de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
f. gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling van buitengerechtelijke kosten primair een bedrag van € 2.823,99, subsidiair een bedrag van € 1.057,40, althans een in goede justitie door de kantonrechter te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente indien dit bedrag niet binnen de door de deurwaarder vermelde termijn plaatsvindt, omdat [eiser] deze kosten verschuldigd is aan VD&P;
g. met dien verstande dat de auto wordt ingeleverd en vervolgens wordt verkocht door [eiser], dit bedrag, conform artikel 6:44 lid 1 BW, in mindering wordt gebracht op de openstaande vordering;
h. gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente te rekenen vanaf de door de deurwaarder vermelde termijn tot aan de dag van algehele voldoening;
i. gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [eiser] van een bedrag van € 1.040,60 indien [eiser] tot inname van de auto over moet gaan;
j. gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [eiser] van een bedrag van € 217,80 indien [eiser] tot aangifte bij de politie moet overgaan;
k. gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [eiser] van 50% van 1 punt van het salaris gemachtigde indien tot daadwerkelijke executie van het vonnis overgegaan dient te worden.