ECLI:NL:RBNHO:2025:484

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 januari 2025
Publicatiedatum
21 januari 2025
Zaaknummer
1128196 CVEXPL 24 2945
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van zorgkosten onder eigen risico door zorgverzekeraar

In deze zaak vordert Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. betaling van zorgkosten van € 493,46 van de gedaagde, die onder het eigen risico vallen. De gedaagde betwist dat er zorg aan hem is verleend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een zorgverzekeringsovereenkomst bestaat en dat de gedaagde verplicht is om de kosten te vergoeden indien deze onder het eigen risico vallen. Zilveren Kruis heeft bewijsstukken overgelegd waaruit blijkt dat zorg is verleend door de Parnassia Groep B.V. en zorgverlener Indigo. De gedaagde heeft geen bewijs kunnen leveren dat de zorg niet is verleend en zijn verzoek om een ondertekende overeenkomst werd door de kantonrechter niet als relevant beschouwd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van Zilveren Kruis tot betaling van € 493,46 toewijsbaar is, inclusief wettelijke rente vanaf 7 augustus 2024. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van € 472,38. Het vonnis is uitgesproken op 22 januari 2025.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: 11281296 \ CV EXPL 24-2945
Vonnis van 22 januari 2025
in de zaak van
ZILVEREN KRUIS ZORGVERZEKERINGEN N.V.,
te Utrecht,
eisende partij,
hierna te noemen: Zilveren Kruis,
gemachtigde: Syncasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De zaak in het kort

In deze zaak gaat het om de vordering van de zorgverzekering tot betaling van kosten voor medische behandelingen die onder het eigen risico vallen. De verzekerde betwist dat hem zorg is verleend. Gelet op de door de verzekeraar ingezonden declaratie en de eerdere reactie van de verzekerde op die nota's, gaat de kantonrechter ervan uit dat de medische behandelingen wel zijn verstrekt. Een document met een "natte handtekening", waar de verzekerde om vraagt, is daarbij niet vereist of van belang.

2.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.

3.Het geschil

3.1.
Zilveren Kruis vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling tot een bedrag van € 493,46, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 5 augustus 2024. Zilveren Kruis vordert ook dat [gedaagde] in de proceskosten wordt veroordeeld.
3.2.
Zilveren Kruis legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] als verzekeringnemer is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichting om de onder het eigen risico vallende zorgkostennota’s aan Zilveren Kruis terug te betalen.
3.3.
[gedaagde] voert verweer en stelt dat aan hem geen zorg is verleend. Hij vindt dat de vordering van Zilveren Kruis moet worden afgewezen.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt voorop dat tussen partijen niet in geschil is dat er een zorgverzekeringsovereenkomst is gesloten. Ook is niet in geschil dat indien er zorgkosten door [gedaagde] worden gemaakt die onder het eigen risico vallen, deze kosten door [gedaagde] moeten worden vergoed. De vraag in deze zaak is de door Zilveren Kruis gevorderde zorgkosten van € 493,46 daadwerkelijk gemaakt zijn door [gedaagde] .
4.2.
Zilveren Kruis stelt dat de zorgkosten van € 493,46 verschuldigd zijn, omdat door de Parnassia Groep B.V. (Parnassia) zorg is gedeclareerd voor op 4 maart 2022, 14 maart 2022 en 18 maart 2022 aan [gedaagde] door zorgverlener Indigo. Zilveren Kruis heeft die kosten betaald. [gedaagde] ontkent dat Parnassia of Indigo zorg aan hem hebben verleend. Hij heeft aan Parnassia en Indigo gevraagd om een door hem ondertekende overeenkomst waaruit blijkt dat zorg is verleend. Een dergelijke stuk heeft hij niet ontvangen. Omdat een dergelijk stuk niet bestaat, blijkt niet dat zorg is verleend, volgens [gedaagde] .
4.3.
De kantonrechter volgt [gedaagde] niet in zijn standpunt dat geen zorg is verleend. Zilveren Kruis heeft naar aanleiding van het verweer van [gedaagde] de declaraties waaruit blijkt welke zorg is verleend ingezonden. Ook heeft Zilveren Kruis de telefoonnotities ingezonden waarin is vermeld dat de belanghebbende, [gedaagde] , nadere informatie over die declaraties heeft gevraagd en daarbij zegt dat hij het voor de verleende zorg gedeclareerde bedrag hoog vindt. Daaruit komt naar voren dat de zorg wél aan [gedaagde] is verleend. [gedaagde] is hier niet verder op ingegaan, maar volhardt in zijn reactie (conclusie van dupliek) dat het door hem bedoelde document ontbreekt. Een dergelijk document is echter geen vereiste voor het verlenen van zorg en voor het declareren van de kosten daarvan. Een geneeskundige behandelingsovereenkomst is ook geldig als die mondeling wordt aangegaan. Omdat de kosten vallen binnen het eigen risico van [gedaagde] , moet hij deze kosten aan Zilveren Kruis betalen.
4.4.
De conclusie is dat vordering van Zilveren Kruis tot betaling van € 493,46 zal worden toegewezen. Omdat [gedaagde] te laat is met betalen, moet hij de wettelijke rente betalen, zoals gevorderd vanaf 7 augustus 2024.
4.5.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Zilveren Kruis worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
137,38
- griffierecht
130,00
- salaris gemachtigde
164,00
(2 punten × € 82,00)
- nakosten
41,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
472,38

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. te betalen een bedrag van € 493,45, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag, met ingang van 7 augustus 2024, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 472,38, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.J. Jansen en in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2025.
CK