ECLI:NL:RBNHO:2025:4747

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
30 april 2025
Publicatiedatum
30 april 2025
Zaaknummer
10846455 \ CV EXPL 23-8229
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake de vernietiging van oneerlijke bedingen in algemene voorwaarden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 30 april 2025 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen ExecutiveFlight Academy B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, vertegenwoordigd door Van Loon Incasso Advocaten, had de mogelijkheid gekregen om zich uit te laten over de oneerlijkheid van bepaalde bedingen in hun algemene voorwaarden, zoals vastgesteld in een tussenvonnis van 12 maart 2025. De kantonrechter heeft in het eindvonnis bevestigd dat de artikelen 6.3, 19.8 en 19.9 van de algemene voorwaarden onterecht zijn en heeft deze vernietigd. De eisende partij had geen uitvoering gegeven aan de bedingen, maar dit was niet relevant voor de beoordeling van de oneerlijkheid van de voorwaarden. De kantonrechter heeft de gevorderde hoofdsom van € 6.700,64 toegewezen, maar de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente afgewezen. De gedaagde partij werd in de proceskosten veroordeeld, terwijl de kosten voor de genomen aktes voor rekening van de eisende partij bleven. Het vonnis is uitgesproken door mr. W.S.J. Thijs en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10846455 \ CV EXPL 23-8229
Uitspraakdatum: 30 april 2025
Verstekvonnis van de kantonrechter in de zaak van:
ExecutiveFlight Academy B.V.
te Eindhoven
de eisende partij
gemachtigde: [gemachtigde] (Van Loon Incasso Advocaten)
tegen
[gedaagde]
te [plaats]
de gedaagde partij
niet verschenen

1.De procedure

1.1.
Bij tussenvonnis van 12 maart 2025 (hierna: het tussenvonnis) is de eisende partij in de gelegenheid gesteld om zich bij akte uit te laten over het voorshands uitgesproken oordeel over de oneerlijkheid van bepaalde bedingen in de algemene voorwaarden. De eisende partij heeft ter uitvoering van dat tussenvonnis een akte genomen. Op haar betoog zal worden ingegaan bij de beoordeling.

2.De verdere beoordeling

2.1.
De kantonrechter blijft bij wat in het tussenvonnis is overwogen over de oneerlijkheid van de artikelen 6.3, 19,8 en 19.9 van de algemene voorwaarden. Gelet op het voorgaande vernietigt de kantonrechter artikel 6.3 van de algemene voorwaarden, voor zover dit beding betrekking heeft op de buitengerechtelijke incassokosten, artikel 19.8 van de algemene voorwaarden, voor zover dit beding heeft op de verschuldigde rente en artikel 19.9 van de algemene voorwaarden, voor zover dit beding betrekking heeft op de buitengerechtelijke incassokosten.
2.2.
Dat de eisende partij, zoals zij stelt, geen uitvoering heeft gegeven aan het bepaalde in deze bedingen, doet aan het voorgaande niet af. Of de eisende partij de consument ook daadwerkelijk aan de bedongen afspraken houdt of in de praktijk alleen naleving van wettelijke bepalingen verlangt, is namelijk voor de beoordeling van de (on)eerlijkheid van algemene voorwaarden niet relevant. De bedingen moeten immers worden beoordeeld naar het moment waarop de overeenkomst is aangegaan en beslissend is daarom niet of en hoe de handelaar de bedingen heeft toegepast, maar hoe het zou kunnen worden toegepast. Als gevolg hiervan zullen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente worden afgewezen.
Wat is toewijsbaar?
2.3.
De gevorderde hoofdsom wordt toegewezen, omdat deze de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. De gevorderde buitengerechtelijke incassokosten en rente worden gelet op het voorgaande afgewezen.
Proceskosten
2.4.
De gedaagde partij wordt (overwegend) in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten voor de genomen aktes blijven echter voor rekening van de eisende partij, omdat het aan haarzelf te wijten is dat het nodig was deze aktes op te stellen.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling aan de eisende partij van € 6.700,64,
3.2.
veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van de eisende partij tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 107,84;
griffierecht € 514,00;
salaris gemachtigde € 339,00;
3.3.
verklaart de veroordeling(en) in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst de vordering voor het overige af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S.J. Thijs en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter