In deze zaak hebben de passagiers compensatie aangevraagd van de vervoerder, EasyJet Europe Airline GmbH, vanwege een geannuleerde vlucht (EC7664/EZY7664) van Amsterdam naar Lissabon op 10 maart 2023. De vervoerder stelde dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk vertragingen door de luchtverkeersleiding en de-icing, waardoor de retourvlucht niet meer uitgevoerd kon worden zonder de nachtsluiting van Schiphol te schenden. De kantonrechter oordeelde echter dat de vervoerder onvoldoende had onderbouwd dat hij geen invloed had op de annulering. De rechter stelde vast dat de annulering niet noodzakelijk was en dat de vervoerder niet had aangetoond dat er geen alternatieven waren, zoals het overnachten van de bemanning in Lissabon. Daarom werd de compensatie van €800,00 aan de passagiers toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van de annulering. De vervoerder werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, terwijl het verzoek om vergoeding van buitengerechtelijke kosten werd afgewezen. De beschikking werd gegeven door kantonrechter M.W. Koenis op 23 april 2025.