Uitspraak
1.SCHILDERSBEDRIJF [de VOF] V.O.F.,
2.
[eiser sub 2],
3.
[eiser sub 3],
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 augustus 2024;
- de conclusie van antwoord tevens voorwaardelijke conclusie van eis in tegenvordering van 5 december 2024;
- akte met aanvullende producties van 10 september 2024;
- het tussenvonnis van 19 december 2024;
- de mondelinge behandeling van 1 april 2025 waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en de pleitaantekeningen van [eisers] .
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
€ 10.765,39 aan minderwerk. Tussen partijen bestaat dus een verschil van in ieder geval
€ 3,594.64 in de waardering van het minderwerk.
€ 14.495,59. De factuur is gedateerd op 25 oktober 2022. Deze factuur bevat onder andere de rekening voor werkzaamheden die door onderaannemer Meerkerk zijn uitgevoerd. Tussen partijen is niet in geschil dat Meerkerk zou zorgdragen voor het installeren van een warmtepomp tegen een vaste aanneemprijs conform de offerte van Meerkerk overgelegd bij antwoord in productie 7. Ook is tussen partijen niet in geschil dat [eisers] de rekening van Meerkerk bij [gedaagde] in rekening mocht brengen, aangezien [eisers] opereerde als hoofdaannemer.
5.De beslissing
- het bedrag van € 7.384,63 (Kooz-eindafrekening) met ingang van 22 februari 2024,
- het bedrag van € 5.204,55 (factuur 20220101) met ingang van 29 augustus 2024,
- het bedrag van € 563,87 (factuur 20220120) met ingang van 29 augustus 2024