ECLI:NL:RBNHO:2025:4564

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
16 april 2025
Publicatiedatum
28 april 2025
Zaaknummer
11336045 \ CV EXPL 24-3257
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een factuur voor verrichte werkzaamheden door schadeherstelbedrijf

In deze zaak vordert eiseres, Belfor (Nederland) B.V., betaling van een factuur voor verrichte werkzaamheden na brandschade in een restaurant. De gedaagde, handelend onder de naam van zijn restaurant, heeft de gestelde opdracht niet bevestigd en er is geen vaste prijs afgesproken. De kantonrechter oordeelt dat de vordering van Belfor onvoldoende is gespecificeerd en dat niet is komen vast te staan dat de gedaagde de opdracht heeft verstrekt voor de werkzaamheden aan de opstal. De kantonrechter wijst de vordering af en stelt Belfor in het ongelijk, waarbij de proceskosten voor de gedaagde op nihil worden begroot, aangezien hij in persoon procedeert en niet op de zitting is verschenen. De uitspraak is gedaan op 16 april 2025.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Alkmaar
Zaaknummer: 11336045 \ CV EXPL 24-3257
Vonnis van 16 april 2025
in de zaak van
BELFOR (NEDERLAND) B.V.,
te Rotterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Belfor,
gemachtigde: Flanderijn gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde], handelend onder de naam [restaurant] ,
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.
De zaak in het kort
In deze zaak vordert eiseres betaling van een factuur voor verrichte werkzaamheden. Niet is komen vast te staan dat gedaagde de gestelde opdracht heeft verstrekt en dat een vaste prijs is afgesproken. Ook heeft eiseres het gevorderde bedrag onvoldoende gespecificeerd. De vordering wordt daarom afgewezen.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 29 juli 2024 met producties
- het verwijzingsvonnis van de kantonrechter te Zaanstad van 12 september 2024
- het exploot tot oproeping na verwijzing van 23 september 2024
- de conclusie van antwoord met producties
- het tussenvonnis van 8 januari 2025
- de brief van 28 februari 2025 met nadere producties van Belfor
- de mondelinge behandeling van 11 maart 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.

2.De feiten

2.1.
Belfor is een schadeherstelbedrijf.
2.2.
[gedaagde] exploiteerde een restaurant ( [restaurant] ) in Zaandam. Het pand waarin het restaurant was gevestigd (hierna te noemen: de opstal) huurde [gedaagde] van een derde (hierna te noemen: de verhuurder).
2.3.
Eind juli 2022 is er brand geweest in de keuken van het restaurant, waarbij schade is ontstaan aan de inventaris van [gedaagde] en aan de opstal van de verhuurder.
2.4.
Op 18 augustus 2022 heeft Corocor Technische Reconditionering B.V. (hierna te noemen: Corocor) een offerte uitgebracht aan [gedaagde] betreffende
“Brandschade aan inventaris in het restaurant t.g.v. brandstichting bij de ingang”. De offerte vermeldt dat uitvoering zal plaatsvinden in samenwerking met
“onze partner in Alkmaar”. In de offerte is een prijsindicatie gegeven van € 1.150,00 exclusief btw voor
“Reinigingskosten inventaris”en € 1.350,00 exclusief btw voor
“Reinigingskosten opstal incl. HD unit”.
2.5.
Op 31 augustus 2022 heeft [gedaagde] een opdrachtbevestigingsformulier van Belfor (vestiging Alkmaar) ondertekend. Dit formulier vermeldt dat mondeling opdracht is verstrekt voor
“werkzaamheden volgens offerte”, waarbij is aangekruist dat het gaat om
“werkzaamheden t.b.v. inboedel / opstal”en
“werkzaamheden t.b.v. inventaris”.
2.6.
In een factuur van 14 oktober 2022 heeft Belfor een bedrag van € 3.025,00 inclusief btw aan [gedaagde] in rekening gebracht voor
“uitgevoerde werkzaamheden na brandschade m.b.t. de opstal van bovengenoemde objectgegevens”.

3.Het geschil

3.1.
Belfor vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling van een hoofdsom van € 3.025,00 en € 453,75 voor buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over de hoofdsom (tot 29 juli 2024 berekend op € 273,93). Belfor voert daarvoor aan dat zij in opdracht en voor rekening van [gedaagde] werkzaamheden heeft verricht, terwijl [gedaagde] de daarvoor afgesproken vaste prijs niet heeft betaald, ondanks herhaalde aanmaning.
3.2.
[gedaagde] voert verweer en voert aan – kort gezegd – dat hij niet aansprakelijk is voor de kosten van werkzaamheden die zijn verricht ten behoeve van de opstal van de verhuurder, en dat Belfor haar vordering gebrekkig heeft gespecificeerd zodat onduidelijk is voor welke kosten [gedaagde] als eigenaar van de inventaris verantwoordelijk is.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De dagvaarding van Belfor is dusdanig summier dat dit het debat heeft bemoeilijkt. Pas in een later stadium zijn de geschilpunten duidelijk geworden. Kort voor de zitting heeft Belfor, naar aanleiding van de conclusie van antwoord, aanvullende stukken overgelegd. Dit komt de proceseconomie niet ten goede en komt voor rekening van Belfor. Vervolgens zijn beide partijen zelf niet op de zitting verschenen. De gemachtigde van Belfor was er wel, maar onvoldoende op de hoogte van de feitelijke gang van zaken om de vragen van de kantonrechter daarover te kunnen beantwoorden.
4.2.
Tussen partijen staat niet ter discussie dat Belfor na de brand in de restaurantkeuken herstelwerkzaamheden heeft verricht. Belfor heeft zowel de inventaris van [gedaagde] als de opstal van de verhuurder gereinigd. Voor die werkzaamheden vordert Belfor € 3.025,00 van [gedaagde] .
4.3.
Belfor stelt dat [gedaagde] als opdrachtgever de volledige factuur moet betalen, dus ook het gedeelte dat ziet op reiniging van de opstal. Naar het oordeel van de kantonrechter is echter niet komen vast te staan dat [gedaagde] opdracht heeft gegeven voor reiniging van de opstal. Onbetwist staat vast dat Belfor bij het sluiten van de overeenkomst wist dat [gedaagde] huurder van de opstal was. De aan [gedaagde] gerichte offerte van Corocor van 18 augustus 2022 betrof uitdrukkelijk de brandschade aan de inventaris. Op 31 augustus 2022 heeft [gedaagde] een opdrachtbevestiging van Belfor ondertekend, waarop is verwezen naar
“werkzaamheden volgens offerte”. Niet in geschil is dat daarmee de offerte van Corocor is bedoeld. Dit alles duidt erop dat de opdracht van [gedaagde] zich beperkt tot zijn inventaris. Ook de door Belfor overgelegde e-mail van 18 oktober 2022 van een betrokken schade-expert van Dekra wijst in die richting. [1] Naar aanleiding van de factuur van Belfor schrijft deze expert dat verzekerde ( [gedaagde] ) een offerte heeft gekregen voor het reinigen van de inventaris en vraagt de expert hoe het zit met de opstalschade. Tegen deze achtergrond is het enkele feit dat op het standaard opdrachtbevestigingsformulier ook het vakje
“werkzaamheden t.b.v. inboedel / opstal”is aangekruist onvoldoende om aan te nemen dat [gedaagde] als opdrachtgever aansprakelijk is voor de kosten van reiniging van de opstal van de verhuurder. De gemachtigde van Belfor heeft op dit punt op de zitting geen nadere toelichting kunnen geven.
4.4.
Ook kan niet worden aangenomen dat een vaste prijs van € 3.025,00 (inclusief btw) met [gedaagde] is afgesproken, zoals Belfor stelt. Het opdrachtbevestigingsformulier van Belfor vermeldt in het geheel geen tarief. In de daaraan voorafgaande offerte van Corocor staat een
“Prijsopgave indicatie”, die is uitgesplitst in inventaris (€ 1.150,00 exclusief btw) en opstal (€ 1.350,00 exclusief btw) en die is
“gebaseerd op 2 man 2 dagen voor de inventaris en 2 man 2 dagen voor de opstal”. Deze stukken waarop Belfor zich baseert bieden dus geen enkel aanknopingspunt voor de gestelde vaste prijsafspraak. Van de kant van Belfor zijn geen feiten of omstandigheden aangevoerd die tot een ander oordeel kunnen leiden.
4.5.
Verder plaatst [gedaagde] terecht vraagtekens bij de specificatie van het door Belfor gevorderde bedrag, waarmee hij zich tegen de hoogte daarvan verweert. In reactie op dit verweer heeft Belfor een dagstaat betreffende de uitgevoerde werkzaamheden overgelegd. Daarin is in totaal 17,5 uur verantwoord in plaats van de acht mandagen (64 uur) waarop de indicatie van een totaalprijs van € 3.025,00 (inclusief btw) in de offerte is gebaseerd. Op basis daarvan zou de vordering van Belfor maximaal ([€ 3.025,00 / 64] x 17,5 =) € 827,15 kunnen bedragen. Dit bedrag ziet bovendien op zowel de inventaris als de opstal, terwijl Belfor niet heeft gespecificeerd welk deel van de verantwoorde 17,5 uur is besteed aan reiniging van de inventaris. Ook dit heeft de gemachtigde van Belfor op de zitting niet nader kunnen verklaren.
4.6.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Belfor haar vordering niet deugdelijk heeft toegelicht en onderbouwd, zodat deze moet worden afgewezen.
4.7.
Belfor is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op nihil omdat hij in persoon procedeert en niet op de zitting is verschenen.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van Belfor af,
5.2.
veroordeelt Belfor in de proceskosten van [gedaagde] en begroot deze op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van Rijn en in het openbaar uitgesproken op 16 april 2025.
BvdL

Voetnoten

1.Zie nadere productie 11 van Belfor