ECLI:NL:RBNHO:2025:4457

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 april 2025
Publicatiedatum
23 april 2025
Zaaknummer
11458821 \ CV EXPL 24-8973
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Persoonlijke borgstelling terugbetaling geldlening in faillissement van Horeca Haarlem B.V.

In deze zaak heeft Qred Bank AB, een financiële instelling uit Zweden, een vordering ingesteld tegen Horeca Haarlem B.V. en een persoonlijke borg, aangeduid als [gedaagde 2], voor de terugbetaling van een bedrijfskrediet van € 20.000,-. Horeca Haarlem werd op 31 december 2024 failliet verklaard, wat leidde tot een schorsing van de procedure tegen de vennootschap. De kantonrechter heeft zich geconcentreerd op de borg, [gedaagde 2], die zich persoonlijk borg had gesteld voor de terugbetaling van de lening. Qred Bank vorderde een totaalbedrag van € 24.715,59, inclusief wettelijke handelsrente en proceskosten. De borg betwistte de vordering gedeeltelijk, met argumenten over rente over rente en buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter oordeelde dat de borg aansprakelijk was voor de hoofdsom van € 21.877,78, maar wees een deel van de gevorderde rente af. De buitengerechtelijke incassokosten werden toegewezen, evenals de proceskosten, die voor rekening van de borg kwamen. De procedure tegen Horeca Haarlem werd aangehouden vanwege het faillissement, maar de borg kreeg de mogelijkheid om regres te nemen op de failliete onderneming na betaling.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11458821 \ CV EXPL 24-8973
Uitspraakdatum: 23 april 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Qred Bank AB
gevestigd te Stockholm (Zweden)
eiseres
gemachtigde: mr. R.G. Goossens
tegen

1.de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidHoreca Haarlem B.V.gevestigd te Haarlemverschenen bij haar bestuurder, [gedaagde 2]

2.
[gedaagde 2]wonende te [plaats]
gedaagden
procederend in persoon
Partijen zullen hierna afzonderlijk Qred Bank, Horeca Haarlem en [gedaagde 2] worden genoemd. Gedaagden zullen hierna gezamenlijk Horeca Haarlem c.s. worden genoemd.

1.Het procesverloop

1.1.
Qred Bank heeft bij dagvaarding van 11 december 2024 een vordering tegen Horeca Haarlem c.s. ingesteld.
1.2.
Bij vonnis van 31 december 2024 is Horeca Haarlem in staat van faillissement verklaard.
1.3.
[gedaagde 2] heeft mondeling geantwoord.
1.4.
Qred Bank heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna [gedaagde 2] een mondelinge reactie heeft gegeven.

2.De feiten

2.1.
Nordiska Kreditmarknadsaktiebolaget (hierna: Nordiska) is een financiële dienstverlener uit Zweden die zich bezighoudt met het (online) verstrekken van financieringen aan kleine en middelgrote ondernemingen.
2.2.
Nordiska heeft op 26 oktober 2023 een bedrijfskrediet van € 20.000,- aan Horeca Haarlem verstrekt.
2.3.
In de geldleningsovereenkomst staat (onder meer) het volgende:
“De aflossing (…):Het maandelijkse aflossingsbedrag bestaat uit een deel aflossing van het kredietbedrag van €1250,00, en de betaling van het vaste maandelijkse prijs (zie punt 4). Het maandelijkse aflossingsbedrag dient te worden betaald op het, door de Kredietverstrekker aangewezen rekeningnummer.
(…)
Maandelijkse prijs:De maandelijkse prijs is €594,00. De maandelijkse prijs voor het Krediet wordt achteraf in rekening gebracht totdat het Krediet volledig is afgelost. Voor meer informatie, zie paragraaf 11 van de Algemene Voorwaarden.
(…)
Kosten bij een betalingsachterstand:Bij een betalingsachterstand heeft de Kredietverstrekker het recht om vertragingsrente van 2,5% per maand in rekening te brengen. Daarnaast kan er een vertragingsvergoeding van €20,- in rekening worden gebracht bij een betalingsachterstand van meer dan zes (6) dagen.Ook kunnen er nog verdere eventuele incassokosten in rekening worden gebracht in overeenstemming met de wet.”
2.4.
[gedaagde 2] heeft zich persoonlijk borg gesteld voor de tijdige terugbetaling van de geldlening.
2.5.
Nordiska heeft haar eventuele vorderingsrecht aan Qred Bank overgedragen.

3.De vordering

3.1.
Qred Bank vordert dat de kantonrechter Horeca Haarlem c.s. veroordeelt tot betaling van € 24.715,59, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 21.877,78. Daarnaast vordert Qred Bank veroordeling van Horeca Haarlem c.s. in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Qred Bank legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat Horeca Haarlem vanaf het begin haar betalingsverplichtingen niet op tijd is nagekomen. Zij heeft slechts één betaling van € 1.370,16 voldaan op 23 januari 2024. Nadien heeft zij geen enkele betaling meer verricht. Qred heeft de overeenkomst bij brief van 9 maart 2024 opgezegd en openstaande saldo opgeëist. Vanwege het betalingsverzuim is ook de wettelijke handelsrente verschuldigd.

4.Het verweer

4.1.
[gedaagde 2] betwist de vordering (gedeeltelijk). Horeca Haarlem is failliet. Er wordt momenteel onderhandeld over een mogelijke overname van de boedel. Het klopt dat [gedaagde 2] als borg garant staat voor de betaling van de schuld. Qred Bank brengt echter ten onrechte rente over rente in rekening, omdat de schuld inclusief rente is overgenomen. Daarnaast zijn de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten over een te hoog bedrag berekend en zijn deze kosten bovendien onnodig gemaakt.

5.De beoordeling

Faillissement Horeca Haarlem
5.1.
Horeca Haarlem is op 31 december 2024 failliet verklaard. Omdat het gaat om een vordering die ziet op de voldoening van een verbintenis uit de boedel, is de procedure tegen Horeca Haarlem op grond van artikel 29 Faillissementswet (Fw) na de faillietverklaring van Horeca Haarlem van rechtswege geschorst.
5.2.
Het voorgaande betekent dat de kantonrechter hierna slechts de vordering, voor zover deze is gericht tegen [gedaagde 2], inhoudelijk zal beoordelen.
Terugbetaling geldlening
5.3.
[gedaagde 2] heeft niet betwist dat de schuld opeisbaar is geworden en dat hij als borg kan worden aangesproken tot betaling daarvan. [gedaagde 2] heeft ook de hoogte van de vordering in hoofdsom niet betwist. Hij wordt daarom veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 21.877,78.
5.4.
Vanwege het betalingsverzuim is [gedaagde 2] in beginsel ook rente verschuldigd. Qred Bank heeft er in dit verband op gewezen dat zij op grond van de geldleningsovereenkomst aanspraak kan maken op een vertragingsrente van € 2,5% per maand, maar ervoor heeft gekozen in plaats daarvan vanaf de opeising van de lening wettelijke handelsrente te vorderen. Het verweer van [gedaagde 2] dat Qred Bank hierbij ten onrechte rente over rente in rekening heeft gebracht slaagt. Uit de door Qred Bank overgelegde toelichting op de vordering blijkt immers dat tot de hoofdsom tevens een bedrag aan rente behoort van € 110,63. Omdat Qred Bank niet heeft gesteld dat deze rente behoort tot de over dat jaar verschuldigde rente als bedoeld in artikel 6:119 lid 2 BW, moet de gevorderde wettelijke handelsrente in zoverre worden afgewezen. Voor het overige heeft [gedaagde 2] de grondslag van de renteberekening niet (voldoende) betwist. Dit heeft tot gevolg dat de wettelijke handelsrente vanaf de dag van de dagvaarding wordt toegewezen over een bedrag van € 21.767,15.‬
Buitengerechtelijke incassokosten
5.5.
De kantonrechter is van oordeel dat Qred Bank voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij buitengerechtelijke werkzaamheden heeft laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. De omvang van de buitengerechtelijke incassokosten moet worden getoetst aan de tarieven uit het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). De toepasselijke staffel moet worden bepaald aan de hand van de toegewezen hoofdsom. De buitengerechtelijke kosten zijn daarom toewijsbaar over € 21.877,78, tot een bedrag van € 993,78.
Proceskosten
5.6.
De proceskosten komen voor rekening van [gedaagde 2], omdat hij (grotendeels) ongelijk krijgt. Daarbij wordt [gedaagde 2] ook veroordeeld tot betaling van nasalaris, voor zover daadwerkelijk nakosten door Qred Bank worden gemaakt. De gevorderde rente over de proceskosten wordt toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis.
Aanhouding
5.7.
Omdat de procedure tegen Horeca Haarlem als gevolg van haar faillissement van rechtswege is geschorst, zal iedere verdere beslissing thans worden aangehouden.
5.8.
Ten overvloede merkt de kantonrechter nog op dat [gedaagde 2], nadat hij de vordering heeft voldaan, een regresvordering krijgt op Horeca Haarlem en zich kan melden als schuldeiser in het faillissement.

6.De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
veroordeelt [gedaagde 2] tot betaling aan Qred Bank van € 22.871,56, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 21.877,78 vanaf 11 december 2024 tot aan de dag van de gehele betaling;
6.2.
veroordeelt [gedaagde 2] tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant van Qred Bank tot en met vandaag vaststelt op:
dagvaarding € 139,42;
griffierecht € 1.461,00;
salaris gemachtigde € 1.086,00;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
6.3.
veroordeelt [gedaagde 2] tot betaling van € 135,00 aan nakosten, voor zover Qred Bank daadwerkelijk nakosten zal maken, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van dit vonnis;
6.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.5.
wijst de vordering voor zover gericht tegen [gedaagde 2] voor het overige af;
6.6.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. Koenis en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter