Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.De procedure
- het vonnis in het incident in kort geding van 15 april 2025;
- de akte uitlating opdracht arbiter zijdens [eiser] van 17 april 2025;
- de akte uitlating zijdens [gedaagden] van 17 april 2025.
2.De verdere beoordeling
in het incident
Geef een bindend advies over de verdeling van de vastgoedportefeuille van [gedaagde 1] B.V. (of [gedaagde 1] B.V. in het geval de activa en de passiva van [gedaagde 1] aan haar zijn overgedragen) over de drie aandeelhouders waarbij:- wordt uitgegaan van een (ruzie)splitsing van [gedaagde 1] B.V. (of [gedaagde 1] B.V.) en;- iedere aandeelhouder een deel krijgt dat overeenstemt met ieders aandeel in het aandelenkapitaal (ieder 33,3%) zodat niemand wordt bevoordeeld of benadeeld en;- het pand aan de [adres 1] en de [adres 2] aan [eiser] B.V. wordt toebedeeld;- de overige panden aan [eiser] B.V. en [bedrijf 1] B.V. en [bedrijf 2] B.V. worden toebedeeld op een wijze dat uiteindelijk elke partij ongeveer 33,3% van de waarde van de panden en ongeveer 33,3% van de belasting latentie gebonden aan die panden zal toekomen.
Geef bindend advies over de verdeling van activa en passiva (waaronder de vastgoedportefeuille) van [gedaagde 1] B.V. (of [gedaagde 1] B.V. in het geval de activa en de passiva van [gedaagde 1] aan haar zijn overgedragen) over de drie aandeelhouders waarbij:- wordt uitgegaan van een ruzie- of gewone splitsinguiterlijk per 1 juli 2025van [gedaagde 1] B.V. (of [gedaagde 1] B.V.) en;- iedere aandeelhouder een deel krijgt dat overeenstemt met ieders aandeel in het aandelenkapitaal (ieder 33,1/3e %) zodat niemand wordt bevoordeeld of benadeeld (A) en;- het pand aan de [adres 1] en het pand aan de [adres 2] aan [eiser] B.V. worden toebedeeld en [bedrijf 1] B.V. en [bedrijf 2] B.V. ieder daarmeein waarde en kwaliteitvergelijkbare panden worden toebedeeld (B) en;- informeer de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland (locatie Haarlem) vóór 8 mei 2025, met afschrift aan de raadslieden van partijen, over het bindend advies of de stand waarin het bindend advies zich bevindt.Uitsluitend voor het geval [eiser] niet akkoord gaat met de door de voorzieningenrechter geformuleerde opdracht ingevolge
B, suggereren [gedaagde 2] en [gedaagde 3] dat die passage geheel wordt weggelaten en de arbiter ingevolge
Aals het ware de vrije hand heeft om ieder van partijen een zodanig deel toe te delen dat niemand wordt bevoor- of benadeeld, waarbij het aan de arbiter is om de gelijkwaardigheid van de panden te beoordelen en vast te stellen voor partijen.
2.5. Het grootste geschilpunt tussen partijen lijkt de toebedeling van het pand aan de [adres 1] en de [adres 2] aan [betrokkene]. Volgens [betrokkene] moet deze toebedeling worden gezien als compensatie voor zijn medewerking aan de door hem niet gewenste splitsing. [gedaagde 2] en [gedaagde 3] erkennen weliswaar dat aan de medewerking van [betrokkene] de voorwaarde verbonden is dat hij het pand aan de [adres 1] en de [adres 2] toebedeeld krijgt, maar menen dat zij dan vervolgens eerste keuze hebben uit de overige panden die volgens hen zijn onder te verdelen in A, B en C panden.
- [eiser] heeft de verdeling beperkt tot de onroerend goed portefeuille door “activa en passiva” te schrappen. Hoewel het geschil zich lijkt toe te spitsen op de onroerend goed portefeuille, gaat de voorzieningenrechter toch uit van een verdeling van alle activa en passiva. Uit de stukken blijkt dat naast de onroerend goed portefeuille ook sprake is van effecten en van een belastinglatentie, zodat ook die bestanddelen in de verdeling moeten worden meegenomen, evenals andere activa en passiva waarop nu mogelijk geen zicht is.
- [eiser] heeft aangegeven dat het niet gaat om verschillende panden aan de [adres 1] en de [adres 2], maar om één pand met een commerciële plint met adres aan de [adres 1] en daarboven gelegen appartementen met adres aan de [adres 2]. De voorzieningenrechter zal daarom uitgaan van één pand.
- [gedaagden] heeft aangegeven dat ook een gewone splitsing tot de mogelijkheden behoort. Door in het voorstel (ruzie)splitsing op te nemen, waarbij “ruzie” tussen haken was geplaatst, ging de voorzieningenrechter van het zelfde uit.
- [gedaagden] heeft verder aangegeven dat de splitsing uiterlijk per 1 juli 2025 moet plaatsvinden. Het belang hiervan ligt in het voorkomen van een extra belastingclaim, welk belang door [betrokkene] is onderschreven. Deze voorwaarde zal worden overgenomen.
- [gedaagden] heeft aan de opdracht een informatieverplichting voor de arbiter toegevoegd. Deze zal de voorzieningenrechter separaat opnemen.