Uitspraak
worRECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
bijlage Iaan dit vonnis gehecht en maakt daarvan deel uit.
Voorvragen
3.Beoordeling van het bewijs
bijlage 2bij dit vonnis zijn vervat.
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
7.Vermogensmaatregel
8.Vordering benadeelde partijen
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
200 [tweehonderd] dagen.
100 [honderd] dagen nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van
twee jaar.
- zich laat behandelen door het Ambulant Centrum Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
- op geen enkele wijze - direct of indirect - contact heeft of zoekt met:
240 [tweehonderdveertig] urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door
120 [honderdtwintig] dagenhechtenis.
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.500,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 april 2024 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 1], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 1.500,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
25 [vijfentwintig] dagengijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 april 2024 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 3] niet-ontvankelijkin de vordering.
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 3.000,-, bestaande uit immateriële schade, en veroordeelt de verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 29 april 2024 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2], voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 3.000,-, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
40 [veertig] dagengijzeling en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 april 2024 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.