In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 16 april 2025 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen KBV B.V., h.o.d.n. Campusshop.nl, en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij vorderde betaling van € 480,08, vermeerderd met buitengerechtelijke incassokosten, wettelijke rente en proceskosten. De vordering was gebaseerd op een overeenkomst op afstand tussen een handelaar en een consument, waarbij de eisende partij moest voldoen aan de wettelijke precontractuele informatieplichten van het Burgerlijk Wetboek (BW). De kantonrechter heeft ambtshalve getoetst of aan deze informatieplichten was voldaan.
De kantonrechter oordeelde dat de eisende partij niet voldoende had aangetoond dat zij aan de informatieplicht had voldaan, met name met betrekking tot het wettelijk herroepingsrecht. De eisende partij had de consument niet duidelijk geïnformeerd over het herroepingsrecht, wat leidde tot een schending van artikel 6:230m lid 1 onder h BW. Daarnaast was ook de contractuele informatieplicht van artikel 6:230v lid 7 BW niet nageleefd. De kantonrechter besloot dat de overeenkomst gedeeltelijk vernietigd moest worden, met een sanctie van 20% van de oorspronkelijke hoofdsom.
De kantonrechter heeft ook de algemene voorwaarden van de eisende partij getoetst op oneerlijke bedingen, maar vond geen oneerlijke bedingen in de prijswijzigings- en incassobepalingen. Uiteindelijk werd de vordering gedeeltelijk toegewezen, en werd de gedaagde partij veroordeeld tot betaling van € 441,67, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van naleving van informatieplichten in consumentenovereenkomsten en de rol van de rechter in de ambtshalve toetsing van deze plichten.