ECLI:NL:RBNHO:2025:4374

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 april 2025
Publicatiedatum
22 april 2025
Zaaknummer
C/15/360146 / JU RK 24-1889
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige in afwachting van een passende plek na meerderjarigheid

Op 2 april 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De zaak betreft de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West Haaglanden, die verantwoordelijk is voor de zorg van [de minderjarige]. De kinderrechter heeft de procedure op basis van verschillende stukken beoordeeld, waaronder eerdere beschikkingen en verklaringen van betrokkenen. De zitting vond plaats met gesloten deuren, waarbij de moeder van [de minderjarige] en haar advocaat aanwezig waren. [de minderjarige] zelf nam via een videoverbinding deel aan de zitting.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [de minderjarige] onder toezicht is gesteld en dat er meerdere machtigingen zijn verleend voor haar plaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp. De kinderrechter heeft de noodzaak van de verlenging van de machtiging onderbouwd door te verwijzen naar de ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van [de minderjarige], die haar ontwikkeling naar volwassenheid belemmeren. Ondanks positieve ontwikkelingen in haar behandeling, zijn er nog steeds zorgen over haar gedrag en veiligheid.

De kinderrechter heeft besloten de machtiging tot gesloten jeugdhulp te verlengen met drie maanden, tot 7 juli 2025, en heeft benadrukt dat er met spoed gewerkt moet worden aan het uitbreiden van de vrijheden van [de minderjarige]. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat de GI moet blijven communiceren met [de minderjarige] en haar moeder over de stappen die genomen worden in het zorgtraject. De beslissing is openbaar uitgesproken en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen de gestelde termijn.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Haarlem
Zaaknummer: C/15/360146 / JU RK 24-1889
Datum uitspraak: 2 april 2025
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west Haaglanden,
gevestigd te Den Haag,
hierna te noemen: de GI,
over
[de minderjarige ], geboren op [geboortedatum] in [plaats] ,
hierna te noemen [de minderjarige ] ,
advocaat mr. P.J. van de Pol te Haarlem.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- de beschikking van 7 januari 2025 en de daarin genoemde stukken;
- de brief van de GI van 20 maart 2025;
- de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper van 25 maart 2025;
- de brief van de moeder van 31 maart 2025;
- het e-mailbericht van de GI van 31 maart 2025;
- het e-mailbericht namens de advocaat van [de minderjarige ] van 1 april 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 2 april 2025. Daarbij waren aanwezig:
- de advocaat van [de minderjarige ] ;
- de moeder;
- [vertegenwoordiger van de GI] en [vertegenwoordiger van de GI] als vertegenwoordigers van de GI.
1.3.
[de minderjarige ] en haar mentor van [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] hebben via een videoverbinding deelgenomen aan de zitting.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [de minderjarige ] .
2.2.
[de minderjarige ] verblijft bij [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] in [plaats] .
2.3.
Bij beschikking van 8 mei 2023 heeft de kinderrechter van de rechtbank Den Haag voorlopig onder toezicht gesteld. Deze ondertoezichtstelling is daarna definitief uitgesproken en steeds verlengd, zodat deze nu nog duurt tot 3 augustus 2025.
2.4.
Bij beschikking van 17 mei 2023 heeft de kinderrechter in deze rechtbank een machtiging verleend om [de minderjarige ] te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 5 juni 2023. Bij beschikking van 14 juni 2023 is opnieuw een machtiging in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend tot 8 augustus 2023.
2.5.
Bij beschikking van 18 juli 2023 heeft de kinderrechter in deze rechtbank een machtiging verleend om [de minderjarige ] uit huis te plaatsen in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. Deze machtiging is daarna steeds verlengd, meest recent tot 3 augustus 2025.
2.6.
Bij beschikking van 12 september 2024 heeft de kinderrechter in deze rechtbank een spoedmachtiging verleend om [de minderjarige ] te plaatsen in een gesloten accommodatie voor
jeugdhulp. Deze machtiging is steeds verlengd en duurt nu nog tot 7 april 2025.

3.De beoordeling

3.1.
Bij beschikking van 7 januari 2025 is het verzoek van de GI toegewezen voor drie maanden en voor de resterende drie maanden aangehouden.
3.2.
De GI heeft het resterende verzoek gehandhaafd.
Het team van [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] werkt intensief met [de minderjarige ] samen om haar emotionele en praktische behoeftes te ondersteunen. Zij heeft scholing en psychologische begeleiding. Twee maanden geleden is [de minderjarige ] overgeplaatst naar een andere groep, waar zij zich beter voelt. Er zijn sindsdien geen incidenten meer geweest op de groep. Wel is er een incident geweest op de dagbesteding.
Verder is de behandeling herstart en stelt [de minderjarige ] zich positief op. Zij volgt een training seksuele vorming, Girls Talk. Ook volgt zij Brainblocks, met als doel dat zij meer inzicht krijgt in haar gevoelens en gedachten en die van anderen. Yes We Can Clinics heeft echter na een intake opname geweigerd, ook al heeft [de minderjarige ] tijdens de intake inzicht en doorzettingsvermogen getoond.
Het Centrum voor consultatie en expertise (CCE) denkt mee over wat het beste voor [de minderjarige ] is en waar zij het meest bij gebaat is. CCE biedt deskundige begeleiding en advies vanuit verschillende invalshoeken, zoals psychologie, psychiatrie, pedagogiek en maatschappelijk werk. Ook heeft CCE kennis van verschillende zorginstellingen en behandeltrajecten. CCE kan verder adviseren over zorgaanbieders die ervaring hebben met jongeren met zowel autisme als risicogedrag, en die gericht zijn op veiligheid, traumaverwerking en gedragsmodificatie.
De vooruitzichten van [de minderjarige ] zijn verbeterd door de zorg en begeleiding die zij heeft gekregen. Deze ondersteuning draagt bij aan een stabielere en positievere ontwikkeling, en de tussenkomst van CCE kan bijdragen aan een perspectiefplan voor als [de minderjarige ] 18 jaar wordt en de plaatsing bij [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] eindigt. De GI ziet echter nog ontwikkelingsbedreigingen op het gebied van school en sociaal emotionele en seksuele ontwikkeling. [de minderjarige ] heeft zichzelf en anderen namelijk nog recent in gevaar gebracht met fysieke agressie en onveilige seksuele contacten.
De GI is van mening dat de machtiging gesloten jeugdhulp nodig is om de tijd te overbruggen tot [de minderjarige ] eventueel kan worden opgenomen bij een instelling die meer bij haar past en die aansluit bij haar overgang naar volwassenheid. De komende maanden zal de focus liggen op het voortzetten en afronden van de behandeling bij [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] . Daarnaast zal het CCE-traject een grote rol spelen bij het vinden van een passende vervolgplek.
3.3.
Op de zitting is namens de GI naar voren gebracht dat ernaar toegewerkt moet worden dat [de minderjarige ] meer vrijheden krijgt. Hoe snel dit kan is ook afhankelijk van de veiligheid. De afgelopen anderhalve maand zijn er geen incidenten meer geweest waarbij zij agressief was, en zij loopt minder weg. Verder wil de GI onderzoeken wat nodig is voor [de minderjarige ] nadat zij meerderjarig is geworden.
De jeugdbeschermer heeft vaak geprobeerd om [de minderjarige ] te spreken, maar zij wilde dan niet in gesprek.
3.4.
[de minderjarige ] is het niet eens met het verzoek van de GI. Op de zitting heeft zij weinig willen zeggen, omdat zij het gevoel heeft dat niemand ooit naar haar luistert. Zij vindt dat zij het nu goed doet, zodat het niet eerlijk is dat de GI om verlenging van de gesloten plaatsing heeft verzocht. Uit de instemmingsverklaring blijkt dat zij het goed vindt als zij langer op haar huidige groep moet blijven, maar dat zij geen gesloten machtiging meer wil. Zij wil dan een open machtiging, zodat zij meer vrijheden krijgt.
De advocaat heeft zich op het standpunt gesteld dat er voor nu geen andere mogelijkheid is dan de machtiging gesloten jeugdhulp te verlengen. Verder heeft de advocaat de GI verzocht de moeder en [de minderjarige ] mee te nemen in de stappen die worden genomen.
3.5.
De moeder is van mening dat de GI weinig doet en lang op zich laat wachten. Zij vindt dat de hulpverlening haar en [de minderjarige ] nooit adequaat heeft geholpen en is teleurgesteld in iedereen. Ook zit [de minderjarige ] volgens de moeder bij [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] niet op de juiste plek.
De jeugdbeschermer heeft geen contact met [de minderjarige ] , zodat er geen band tussen hen is. Daarom wil [de minderjarige ] niet met de jeugdbeschermer praten. [de minderjarige ] doet nu haar best. De moeder vindt het niet in het belang van haar dochter als zij van plek naar plek moet gaan om te vinden waar zij op haar plaats is. Dan kan zij beter bij [gesloten accommodatie voor jeugdhulp] blijven en daar meer vrijheden krijgen.
3.6.
De kinderrechter is van oordeel dat jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [de minderjarige ] naar volwassenheid ernstig belemmeren. Deze problemen maken dat het verblijf in een gesloten accommodatie noodzakelijk en geschikt is om te voorkomen dat [de minderjarige ] zich onttrekt aan de jeugdhulp die zij nodig heeft of daaraan door anderen wordt onttrokken. Het is niet gebleken dat er minder ingrijpende mogelijkheden zijn om deze problemen te behandelen. [1]
Zo zijn er kort geleden nog gevaarlijke situaties met fysieke agressie en onveilige seksuele contacten geweest, en is er sinds de plaatsing op de nieuwe groep nog een incident op de dagbesteding geweest. Inmiddels is er een positieve ontwikkeling te zien. Het is knap van [de minderjarige ] dat zij het nu zo goed doet op de nieuwe groep. Het is echter nog niet duidelijk wat een passende plek voor [de minderjarige ] is, terwijl duidelijk is dat zij niet terug kan naar haar moeder. Daarom is verlenging van de machtiging nog nodig terwijl gezocht wordt naar een passende plek voor [de minderjarige ] . De kinderrechter zal de machtiging om [de minderjarige ] uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp dan ook met drie maanden verlengen.
De kinderrechter is daarbij wel van oordeel dat met spoed moet worden gewerkt aan het stapsgewijs uitbreiden van de vrijheden van [de minderjarige ] . Op deze wijze wordt zij ook gecomplimenteerd met de positieve ontwikkeling die zij laat zien en bovendien is het van belang dat [de minderjarige ] met vrijheden kan oefenen voor haar 18e verjaardag. Verder zal CCE binnenkort een advies uitbrengen. De kinderrechter verwacht dat de GI alles op alles zal zetten om een passende plek te vinden voor [de minderjarige ] , waar zij ook kan blijven na haar 18e verjaardag. Daarbij is het van belang dat de jeugdbeschermer met [de minderjarige ] en de moeder van [de minderjarige ] in gesprek blijft en hen op de hoogte houdt van de plannen en de stappen die gezet zullen worden.

4.De beslissing

De kinderrechter:
4.1.
verlengt de machtiging om
[de minderjarige ]uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 7 april 2025 tot 7 juli 2025;
4.2.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 april 2025 door mr. J. van Beek, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. T. Alexander als griffier, en op schrift gesteld op 17 april 2025.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Amsterdam.

Voetnoten

1.Artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet (Jw).