Op 2 april 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De zaak is aangespannen door Jeugdbescherming Regio Amsterdam, die als gezinsvoogd optreedt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [de minderjarige] opgroeit in een situatie die haar ontwikkeling ernstig bedreigt. De ouders van [de minderjarige] zijn belast met het ouderlijk gezag, maar blijken pedagogisch onmachtig en kunnen niet de nodige grenzen bieden. Er zijn zorgen over de veiligheid van [de minderjarige], die zich in gevaarlijke situaties bevindt en niet goed omgaat met haar gevoelens en gedachten. De kinderrechter heeft eerder al maatregelen getroffen, waaronder een voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing, die inmiddels zijn verlengd. De kinderrechter heeft de ouders en de gezinsvoogd gehoord en geconcludeerd dat de situatie van [de minderjarige] nog steeds zorgwekkend is. De kinderrechter heeft daarom besloten om de ondertoezichtstelling en de machtiging tot uithuisplaatsing opnieuw te verlengen, beide tot 12 april 2026. De kinderrechter heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. De kinderrechter hoopt dat [de minderjarige] de kans die zij krijgt om zich aan de regels te houden, zal aangrijpen, anders zal er gezocht moeten worden naar een meer gesloten setting voor haar.