In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 4 april 2025 een beschikking gegeven inzake een verzoek tot het instellen van bewind over de goederen van betrokkene, die lijdt aan de ziekte van Alzheimer. Verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat mr. L. van der Steen, heeft het verzoek ingediend, omdat hij van mening is dat de belangen van betrokkene niet goed worden behartigd door zijn dochter, die als gevolmachtigde is benoemd in het levenstestament. De dochter heeft bezwaar gemaakt tegen het verzoek en stelt dat zij de belangen van betrokkene naar behoren behartigt. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 februari 2025 zijn zowel verzoeker als de dochter verschenen, maar betrokkene zelf was niet in staat om te verschijnen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat betrokkene niet in staat is zijn vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen en dat er sprake is van een ernstig wantrouwen tussen verzoeker en de dochter. Dit wantrouwen heeft invloed op het welzijn van betrokkene. De kantonrechter heeft overwogen dat, hoewel het levenstestament de dochter als gevolmachtigde aanwijst, het in het belang van betrokkene is om een onafhankelijke professionele bewindvoerder aan te stellen. De kantonrechter heeft Stichting Bewindvoering 'Tot Plaatselijk Nut' benoemd tot bewindvoerder en de jaarbeloning vastgesteld op € 660,00 exclusief btw. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.