In deze bodemzaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft de kantonrechter op 27 maart 2025 een tussenvonnis uitgesproken in een geschil tussen een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eisende partij, vertegenwoordigd door Van der Meer Incasso & Gerechtsdeurwaarders, vordert betaling van € 228,48, vermeerderd met wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De kantonrechter heeft ambtshalve de informatieplichten van de eisende partij beoordeeld, die voortvloeien uit Boek 6, titel 5, afdeling 2B van het Burgerlijk Wetboek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij haar standpunten onvoldoende heeft onderbouwd, maar heeft uit coulance de website bekeken en geoordeeld dat er voldoende informatie is verstrekt.
Daarnaast heeft de kantonrechter onderzoek gedaan naar de algemene voorwaarden van de eisende partij, specifiek naar een beding dat betrekking heeft op incassokosten. Dit beding wijkt af van de wettelijke bepalingen en kan als oneerlijk worden aangemerkt, omdat het de consument kan belasten met hogere kosten dan wettelijk toegestaan. De kantonrechter heeft de eisende partij de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over de oneerlijkheid van het beding. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling, waarbij de eisende partij in de gelegenheid wordt gesteld om haar standpunten te verduidelijken.