Uitspraak
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
1.De procedure
- de door [gedaagde] ingediende producties 9 en 10;
2.De feiten
2.3. In de splitsingsakte is het “Model splitsingsreglement 1992” van toepassing verklaard (hierna: het modelreglement).
3.Het geschil
(i) voor recht verklaart dat artikel 4 van de splitsingsakte zodanig moet worden uitgelegd dat de eigenaren- appartementsgerechtigden van de grondgebonden woningen niet hoeven bij te dragen aan de in alinea 2.3. van de dagvaarding genoemde onderhouds- en schoonmaakkosten van ruimten en de daarbij horende zaken die zich in de hoogbouw van het appartementencomplex bevinden;
(ii) [gedaagde] veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 1.230,00.
(i) [eisers] veroordeelt tot betaling van een bedrag van € 1.070,00;
(ii) [eisers] veroordeelt tot het betalien van een voorschot van € 377,00 per maand vanaf 1 juni 2024.
4.De beoordeling
(i) de centrale hal met twee centrale toegangsdeuren;
(ii) het trappenhuis en bijbehorende elektrische apparatuur voor de deurmonitoren;
(iii) het intercomsysteem.
Deze opsomming is opgenomen in alinea 2.3. van de dagvaarding, waarnaar [eisers] verwijzingen in de formulering van de door hen gevorderde verklaring voor recht.
Met inachtneming van het voorgaande overweegt de kantonrechter als volgt.
van gemeenschappelijke gedeelten of van gemeenschappelijke zakenvoor rekening van de gezamenlijke appartementseigenaren komen.
Het voorgaande maakt duidelijk dat er onderscheid kan worden gemaakt in kosten die zien op gemeenschappelijke gedeelten (van het appartementencomplex) of van gemeenschappelijke zaken. Beide kostencategorieën komen op grond van artikel 3.1. van het modelreglement in beginsel voor rekening van de gezamenlijke appartementseigenaren.
gemeenschappelijke gedeelten: die gedeelten van het gebouw alsmede de daarbij behorende grond die blijkens de splitsingsakte niet bestemd zijn om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;
gemeenschappelijke zaken: alle zaken die bestemd zijn of worden om door alle eigenaars of een bepaalde groep van eigenaars gebruikt te worden, voor zover deze niet als gemeenschappelijke gedeelten in voornoemde zin zijn te beschouwen.
Het artikel luidt:
“De schulden en kosten verbondenaan de overige gemeenschappelijke zaken, die slechts dienstbaar zijn aan één eigenaar of een bepaalde groep eigenaar, worden gedragen en betaald door de desbetreffende eigenaar of desbetreffende groep (..).”
De kantonrechter zal daarbij de elektrische apparatuur voor de deurmonitoren betrekken in de beoordeling van het intercomsysteem.
4.16. De kantonrechter beschouwt de centrale hal van het appartementencomplex, met alles wat daarbij hoort, als een gemeenschappelijke gedeelte en niet als een zaak. De hiervoor gebruikte woorden: “met alles wat daarbij hoort”, brengt mee dat de centrale toegangsdeuren ook als gedeelte moeten worden aangemerkt. De kantonrechter is namelijk van oordeel dat de toegangsdeuren horen bij de centrale hal. Dit wordt ook tot uitdrukking gebracht in de definitie van gemeenschappelijke zaken in artikel 1 van het modelreglement. Daar wordt immers bepaald dat het gaat om zaken die niet vallen onder de definitie van gemeenschappelijke gedeelten.
4.18. De kantonrechter beschouwt het trappenhuis als een gemeenschappelijk gedeelte en niet als een zaak. Hieruit volgt dat de schulden en kosten die verband houden met het trappenhuis niet onder de in artikel 4d van de splitsingsakte neergelegde uitzondering vallen. De hiervoor onder 4.3. beschreven hoofdregel brengt mee dat deze kosten voor rekening van alle appartementseigenaren komen.
4.19. Op de mondelinge behandeling is gebleken dat het intercomsysteem niet afzonderlijk kan worden beschouwd van de elektrische apparatuur voor de deurmonitor(en).
Bij deze gelegenheid is namelijk uitgelegd dat een bewoner van het appartementencomplex vanuit zijn/ haar eigen appartement via het intercomsysteem kan communiceren met een zich buiten het (niet openbaar toegankelijk deel van het) complex bevindende persoon en deze persoon vanuit haar eigen appartement kan binnenlaten door vanuit het appartement de centrale deur te openen.
Voor het overige behoort de apparatuur bij het gemeenschappelijk gedeelte van het appartementencomplex en valt het niet als zaak te beschouwen.
€ 67,50(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
5.De beslissing
€ 1.259,00 vanaf 1 juni 2024 tot aan de dag van betaling;