Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
ouder), dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming, door aan de (sector Werk en Inkomen/Maatschappelijke Ontwikkeling/Sociale dienst van de
)gemeente Zaanstad niet (tijdig en/of volledig) te melden dat zij, verdachte,
-een gezamenlijke huishouding voerde met de heer [betrokkene] [op/aan het adres [adres]] en/of
-dat haar, verdachtes, woon- en/of gezins- en/of leefsituatie was gewijzigd.
2.Voorvragen
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting van 27 maart 2025;
- het proces-verbaal uitkeringsfraude van verbalisant [adres] (dossierpagina’s 1-25).
)gemeente Zaanstad niet te melden dat zij, verdachte,
-een gezamenlijke huishouding voerde met de heer [betrokkene] op het adres [adres]
4.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
5.Strafbaarheid van de verdachte
6.Motivering van de sanctie
.De verdachte heeft hierdoor een aanzienlijk bedrag aan uitkeringsgelden (ruim
€ 140.000,- in de ten laste gelegde periode) ontvangen waarop zij geen, dan wel niet volledig recht had. De verdachte heeft door haar handelen het vertrouwen waarop het stelsel van sociale voorzieningen in Nederland is gebaseerd, geschonden. Hierdoor heeft zij niet alleen in financieel opzicht schade aan dit stelsel berokkend, maar ook afbreuk gedaan aan de solidariteitsgedachte die daaraan ten grondslag ligt. De verdachte heeft misbruik gemaakt van voorzieningen die zijn bedoeld middelen van bestaan te garanderen voor diegenen die niet bij machte zijn deze op eigen kracht te verwerven.
€ 151.142,36. Tegen dit besluit heeft de verdachte bezwaar aangetekend en het besluit is daarom niet onherroepelijk.
7.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8.Beslissing
6 (zes) maanden, met bevel dat deze straf
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte voor het einde van de op twee jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
180 (éénhonderdtachtig) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door 90 dagen hechtenis.