ECLI:NL:RBNHO:2025:3954
Rechtbank Noord-Holland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot wraking van de belastingrechter in een bestuursrechtelijke procedure
Op 10 april 2025 heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Noord-Holland een verzoek tot wraking afgewezen dat was ingediend door verzoekster tegen mr. J.C. Brouwer, de behandelend rechter in een belastingzaak. Het wrakingsverzoek was gebaseerd op een eerdere beslissing van 28 november 2024, waarin de rechtbank had besloten bepaalde stukken geheim te houden. Verzoekster stelde dat deze beslissing onjuist was en dat er sprake was van een ongeldig mandaat. De wrakingskamer oordeelde echter dat het verzoek niet-ontvankelijk was, omdat het gericht was tegen een rechter die niet meer betrokken was bij de zaak. Bovendien was het verzoek te laat ingediend, aangezien de feiten en omstandigheden al in november 2024 bekend waren. De wrakingskamer benadrukte dat de 8:29-beslissing een procesbeslissing was die niet in een wrakingsincident kon worden aangevochten. De rechtbank concludeerde dat de aangevoerde gronden geen basis vormden voor het oordeel dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding zou zijn, en wees het verzoek tot wraking af. De zitting in de hoofdzaak kon daardoor doorgang vinden zoals gepland.