In deze zaak vorderen passagiers compensatie van de vervoerder, Royal Air Maroc, vanwege een geannuleerde vlucht van Amsterdam naar Nador op 24 februari 2022. De passagiers hebben een bedrag van €800,00 per persoon geëist, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De vervoerder heeft de hoofdsom niet betwist, maar stelt dat hij rauwelijks is gedagvaard en dat de passagiers onvoldoende bewijs hebben geleverd dat de aanmaningen zijn ontvangen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de vervoerder geen verweer heeft gevoerd tegen de hoofdsom, waardoor deze is toegewezen. De wettelijke rente is toegewezen vanaf de datum van de vlucht, maar de vordering tot buitengerechtelijke incassokosten is afgewezen omdat de passagiers niet voldoende hebben onderbouwd dat deze kosten zijn gemaakt. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de proceskosten worden gecompenseerd, omdat de passagiers niet voldoende hebben geprobeerd om het geschil minnelijk op te lossen. Het verzoek om een certificaat van het vonnis is afgewezen, omdat de vervoerder niet in een lidstaat is gevestigd.