ECLI:NL:RBNHO:2025:3699

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 april 2025
Publicatiedatum
3 april 2025
Zaaknummer
10593003 \ CV EXPL 23-4177
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatie voor passagiers van vertraagde vlucht en aansprakelijkheid van de vervoerder

In deze zaak hebben passagiers compensatie gevraagd van de vervoerder, British Airways Plc, voor een vertraagde vlucht die hen heeft doen missen van een aansluitende vlucht. De passagiers stelden dat zij met meer dan drie uur vertraging op hun eindbestemming zijn aangekomen, wat hen recht geeft op compensatie volgens de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder betwistte de claim door te stellen dat de boeking bij een andere luchtvaartmaatschappij was gemaakt en dat de overstaptijd onrealistisch was. De kantonrechter oordeelde echter dat de vervoerder als uitvoerende luchtvaartmaatschappij aansprakelijk is voor de compensatie, ongeacht de boekingsomstandigheden. De rechter stelde vast dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op hun eindbestemming zijn aangekomen en dat de vervoerder niet voldoende bewijs had geleverd voor zijn verweer. De kantonrechter heeft de vorderingen van de passagiers toegewezen, inclusief de wettelijke rente, en de proceskosten gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt. Het verzoek om een certificaat van het vonnis werd afgewezen, omdat de vervoerder niet in een EU-lidstaat is gevestigd.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 10593003 \ CV EXPL 23-4177
Uitspraakdatum: 2 april 2025
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

1.[eiser 1]

2.
[eiser 2]beiden wonende te [plaats]
eisers
hierna gezamenlijk te noemen: de passagiers
gemachtigde: [gemachtigde] (Yource B.V.)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
British Airways Plc
gevestigd te Cardiff, Verenigd Koninkrijk
gedaagde
hierna te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J.O. Zandt (Ploum)
De zaak in het kort
De passagiers hebben van de vervoerder compensatie gevraagd voor van een vertraagde vlucht. Zij stellen dat zij daardoor de aansluitende vlucht hebben gemist. De vervoerder betwist dit. Hij voert aan dat de boeking is gemaakt bij een andere luchtvaartmaatschappij en dat die bij voorbaat een onmogelijke overstaptijd heeft ingepland. Het verweer van de vervoerder slaagt niet omdat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming zijn aangekomen. De vervoerder kan alsnog als uitvoerende luchtvaartmaatschappij worden aangesproken. Daarom worden de vorderingen van de passagiers toegewezen.

1.Het procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding:
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten. Op grond daarvan moest de vervoerder hen op 19 augustus 2022 vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport, via Londen, Verenigd Koninkrijk, naar Los Angeles, Verenigde Staten, met vluchtcombinatie BA429 en AA137.
2.2.
De passagiers hebben compensatie van de vervoerder gevorderd.
2.3.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers vorderen dat de vervoerder, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 1.200,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van het incident tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 217,80 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten.
3.2.
De passagiers baseren hun vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder vlucht BA429 van Amsterdam naar Londen (hierna: de vlucht) vertraagd heeft uitgevoerd en dat zij daardoor met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming zijn aangekomen. Volgens hen moet de vervoerder hen daarom moet compenseren met een bedrag van € 600,- per persoon. [1]
3.3.
Ook verzoeken de passagiers de kantonrechter om een certificaat van dit vonnis af te geven. [2]
3.4.
De vervoerder voert verweer. Op zijn verweer wordt ingegaan bij de beoordeling van het geschil.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen.
4.2.
Bij dagvaarding hebben de passagiers gesteld dat zij uiteindelijk niet meer op de eindbestemming zijn aangekomen. De vervoerder heeft dit betwist en aangevoerd dat zij zijn omgeboekt en met een vertraging van ruim vier uur op de eindbestemming zijn aangekomen. Bij conclusie van repliek hebben de passagiers dit erkend. Daarom staat vast dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming zijn aangekomen.
4.3.
Bij conclusie van antwoord heeft de vervoerder ook betwist dat de vlucht in kwestie vertraagd is uitgevoerd. De passagiers hebben daar tegenin gebracht dat de vlucht met 16 minuten vertraging is uitgevoerd. Bij conclusie van dupliek heeft de vervoerder erkend dat de vlucht vertraagd is uitgevoerd, zodat dit eveneens vast staat.
4.4.
Vervolgens betwist de vervoerder dat de langdurige vertraging van de passagiers op de eindbestemming het gevolg was van de vertraging van de vlucht. Hij voert daartoe aan dat de passagiers de vluchtcombinatie hebben geboekt bij American Airlines. Daarbij had American Airlines een overstap van 85 minuten ingepland. De minimumoverstaptijd (MCT) op Londen Heathrow is echter 90 minuten. Daarom hadden de passagiers met deze overstaptijd de vlucht al bij voorbaat niet kunnen halen. Deze planning was echter de verantwoordelijkheid van American Airlines, aldus de vervoerder.
4.5.
Het betoog van de vervoerder slaagt niet. Het Hof heeft geoordeeld dat in het geval van langdurige vertraging bij rechtstreeks aansluitende vluchten, elke luchtvaartmaatschappij die ten minste één van deze vluchten heeft uitgevoerd, compensatie verschuldigd is. Dit is ongeacht de vraag of de door haar uitgevoerde vlucht aan de basis lag van de langdurige vertraging waarmee de passagier op zijn eindbestemming is aangekomen. [3] Vast staat dat de vervoerder de vlucht in kwestie heeft uitgevoerd en dat deze een gedeelte vormde van twee rechtstreeks aansluitende vluchten naar de eindbestemming. Eveneens staat vast dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op die eindbestemming zijn aangekomen.
4.6.
De kantonrechter is daarom van oordeel dat de vervoerder – als uitvoerende luchtvaartmaatschappij – kan worden aangesproken voor de compensatie die eventueel verschuldigd is voor de vertraging die de passagiers tijdens de uitvoering van deze vluchten hebben opgelopen. De bedoeling van de Verordening is om een hoge en effectieve bescherming van de rechten van passagiers te realiseren. Daarbij is geabstraheerd van contractuele verhoudingen: passagiers met een bevestigde boeking kunnen bij vertraging de uitvoerende luchtvaartmaatschappij aanspreken, ongeacht of zij daarmee rechtstreeks een overeenkomst zijn aangegaan. Ook de omstandigheid dat de vervoerder geen invloed zou hebben gehad op de planning van de boeking door American Airlines, maakt dit niet anders.
4.7.
Voor zover de vervoerder subsidiair stelt dat de vertraging van de vlucht het gevolg was van buitengewone omstandigheden, geldt dat hij dit betoog in het geheel niet heeft onderbouwd. Dit betoog slaagt daarom evenmin. Dit betekent dat de gevorderde compensatie zal worden toegewezen. De daarover gevorderde wettelijke rente is als onbetwist eveneens toewijsbaar.
4.8.
De vervoerder stelt ten slotte dat hij niet is aangemaand door de passagiers en dat hij daarom rauwelijks is gedagvaard. De gemachtigde van de passagiers heeft op 5 april 2023 een aanmaning namens de passagiers verstuurd naar een e-mailadres van de vervoerder. De vervoerder heeft betwist dat deze aanmaning hem heeft bereikt. Hij stelt dat het gebruikte e-mailadres alleen wordt gebruikt voor uitgaand verkeer en dat inkomende e-mails niet worden gemonitord. Daarom ontving de gemachtigde van de passagiers direct na het versturen van zijn e-mail het volgende automatische bericht:
‘’Thank you for taking the time to contact us, however this email address is only used for outbound messages and isn’t monitored by our teams. For the latest information on how to contact us for queries (…) please visit us online (…)’’.
4.9.
Dit betoog slaagt. Gelet op dit automatische antwoord kon de gemachtigde van de passagiers er niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat de vervoerder de e-mail had ontvangen. De stelling van de passagiers dat de vervoerder het bericht heeft ontvangen omdat hij een incidentnummer heeft toegevoegd aan zijn automatische antwoord, kan de kantonrechter daarom niet volgen. De stelling van de passagiers dat er geen alternatief e-mailadres werd aangeboden, kan evenmin worden gevolgd. Gesteld noch gebleken is namelijk dat de juiste informatie niet gemakkelijk was te achterhalen via de link die in het bericht van de vervoerder staat vermeld. Dat de aanmaning door de vervoerder niet is ontvangen, komt daarom voor rekening en risico van de passagiers.
4.10.
De kantonrechter oordeelt daarom dat de passagiers met hun werkwijze en proceshouding, waarbij onvoldoende is gebleken dat zij hebben getracht om eerst op minnelijke wijze tot beëindiging van het geschil te komen, de vervoerder niet in de gelegenheid hebben gesteld om de zaak (eventueel) buiten rechte af te kunnen doen. De kantonrechter ziet daarom aanleiding om de proceskosten te compenseren, in die zin dat elke partij de eigen proceskosten draagt.
4.11.
De verzochte afgifte van het certificaat wordt bij gebrek aan belang afgewezen. [4] Een dergelijk certificaat is bedoeld voor de tenuitvoerlegging van beslissingen in EU-lidstaten en de vervoerder is niet in een lidstaat gevestigd.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt de vervoerder tot betaling aan de passagiers van € 1.200,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 19 augustus 2022, tot aan de dag van voldoening van dit bedrag;
5.2.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. Koenis, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.
2.Zoals bedoeld in artikel 53 van de herziene EEX-Verordening 1215/2012 (hierna: de Brussel I bis-Verordening).
3.HvJEU 12 november 2020, C-367/20, ECLI:EU:C:2020:909.
4.In de zin van artikel 53 van de Brussel I bis-Verordening.