ECLI:NL:RBNHO:2025:3697

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
9 april 2025
Publicatiedatum
3 april 2025
Zaaknummer
11278144 / CV EXPL 24-5973
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid huurder voor kosten van verstopping in bedrijfsruimte

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 9 april 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Sjopperdepop B.V. en een gedaagde die een restaurant huurt in een bedrijfsruimte van Sjopperdepop. De gedaagde was verantwoordelijk voor de kosten van het verhelpen van een verstopping in de afvoer van het gehuurde. Sjopperdepop had kosten gemaakt om de verstopping te verhelpen, welke kosten de gedaagde op grond van de algemene bepalingen van de huurovereenkomst diende te vergoeden. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde niet had aangetoond dat hij niet verantwoordelijk was voor de verstopping en dat de kosten voor zijn rekening kwamen. De vordering van Sjopperdepop tot betaling van € 1.823,90, inclusief rente en buitengerechtelijke kosten, werd toegewezen. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van € 998,39. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 11278144 \ CV EXPL 24-5973
Vonnis van 9 april 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SJOPPERDEPOP B.V.,
te Haarlem,
eisende partij,
hierna te noemen: Sjopperdepop B.V.,
gemachtigde: [gemachtigde] (VRH),
tegen
[gedaagde],
te [plaats 1] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
gemachtigde: mr. R.H. Bouwman.
De zaak in het kort
[gedaagde] huurt van Sjopperdepop een bedrijfsruimte waarin hij een restaurant heeft. In een afvoer van het gehuurde is een verstopping geweest. Sjopperdepop heeft kosten gemaakt om deze verstopping te verhelpen. [gedaagde] is op grond van de algemene bepalingen bij de huurovereenkomst aansprakelijk voor deze kosten. Hij heeft niet aangetoond dat dit in dit geval anders is. [gedaagde] moet daarom de kosten van Sjopperdepop betalen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties,
- de conclusie van antwoord met één productie,
- het tussenvonnis van 6 november 2024,
- de nagezonden producties van Sjopperdepop,
- de mondelinge behandeling van 17 maart 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt en waarbij Sjopperdepop gebruik heeft gemaakt van spreekaantekeningen.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Feiten

2.1.
[gedaagde] huurt van Sjopperdepop een bedrijfsruimte aan de [adres] te [plaats 2] (hierna: het gehuurde). Op de huurovereenkomst zijn de
algemene bepalingen huurovereenkomst winkelruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW(ROZ-model 2008) (hierna: de algemene bepalingen) van toepassing.
2.2.
[gedaagde] exploiteert in het gehuurde een restaurant.
2.3.
Op 1 maart 2024 bleek een afvoer/standleiding in het gehuurde verstopt te zijn. De verstopping is verholpen door [bedrijf] Ontstoppingen (hierna: [bedrijf] ). Op de factuur van [bedrijf] staat onder meer: “
Standleiding zeer veel brokken vet en aanslag”. De kosten voor de werkzaamheden bedroegen € 1.458,06 inclusief btw. Sjopperdepop heeft deze kosten betaald.
2.4.
Op 2 april 2024 heeft Sjopperdepop [gedaagde] een factuur gestuurd voor een bedrag van € 1.536,71. Dit betrof de kosten van [bedrijf] plus één manuur à € 78,65 (inclusief btw).
2.5.
[gedaagde] heeft deze factuur, ondanks aanmaningen, niet betaald.

3.Het geschil

3.1.
Sjopperdepop vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 1.823,90, te vermeerderen met verdere rente en kosten. De vordering bestaat uit een bedrag van € 1.536,71 aan hoofdsom, € 56,68 aan wettelijke handelsrente en € 230,51 aan buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.
Sjopperdepop legt aan de vordering ten grondslag dat zij kosten heeft gemaakt om de verstopping in het gehuurde te verhelpen. Volgens Sjopperdepop is de verstopping veroorzaakt door vet dat door [gedaagde] op onjuiste wijze is afgevoerd. De herstelkosten komen daarom voor rekening van [gedaagde] .
3.3.
[gedaagde] voert verweer. Hij betwist dat hij verantwoordelijk is voor de verstopping van het riool. Volgens [gedaagde] lag de oorzaak van de verstopping bij het toilet van de bovenburen dat op dezelfde standleiding loost. [gedaagde] voert aan dat hij juist zorgt voor het goed functioneren van het riool door het te laten reinigen en het laten plaatsen van vetafscheiders.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Is [gedaagde] aansprakelijk voor de kosten die Sjopperdepop heeft gemaakt?
4.1.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] aansprakelijk is voor de kosten van Sjopperdepop voor het herstel van de verstopping. De kantonrechter licht dit toe.
4.2.
In de eerste plaats heeft [gedaagde] op grond van de algemene bepalingen bij de huurovereenkomst de plicht om de afvoeren in het gehuurde te ontstoppen. Dit blijkt uit artikel 14.4, aanhef en onder k, waarin staat:
Ter verduidelijking dan wel in afwijking of in aanvulling op 14.1 zijn voor rekening van huurder (…) de zorg voor het legen van vetvangputten, het schoonhouden, het schoonmaken en het ontstoppen van putten, goten en alle afvoeren/rioleringen tot aan de gemeentelijke hoofdriolering van het gehuurde.
4.3.
Uit deze bepaling volgt dat de kosten voor de ontstopping van het riool voor rekening van [gedaagde] komen. De stelling van [gedaagde] dat hij het riool laat reinigen en vetafscheiders heeft laten plaatsen maakt dit niet anders. De aansprakelijkheid van [gedaagde] op grond van de algemene bepalingen beperkt zich niet tot gevallen waarin hij te kort is geschoten in zijn onderhoudsplicht. Overigens is niet gebleken dat [gedaagde] de riolering regelmatig heeft reinigen. De factuur van Dollé onderhoudsservice waaruit dit moet blijken is van 24 mei 2024 en daarmee van na het herstel van de verstopping op 1 maart 2024. Ook één van de twee vetafscheiders heeft [gedaagde] pas na die tijd aangeschaft.
4.4.
Daarnaast is er geen aanleiding om te veronderstellen dat de oorzaak van de verstopping ergens anders ligt dan bij [gedaagde] . [gedaagde] heeft daarvoor te weinig naar voren gebracht. Hij heeft slechts aangevoerd dat ook in de wc bij de bovenburen werkzaamheden zijn verricht en dat zij (daarover) kunnen verklaren. Een schriftelijke verklaring of enige andere concrete toelichting ontbreekt echter. Daar komt bij dat de (enkele) omstandigheid dat ook bij de bovenburen werkzaamheden zijn uitgevoerd niet maakt dat daar ook de oorzaak van de verstopping lag. Sjopperdepop heeft als verklaring gegeven dat de gevolgen van een verstopping zich vaak op een andere plek kunnen voordoen, in het bijzonder wanneer er – zoals bij een wc – in korte tijd een grote hoeveelheid water wordt doorgespoeld. Bovendien blijkt uit de factuur van [bedrijf] dat zij in de standleiding zeer veel brokken vet heeft aangetroffen. Dit past bij het gebruik van het gehuurde als restaurant en de eerdere problemen met vet in de afvoer waar Sjopperdepop [gedaagde] al vaker op had aangesproken.
4.5.
De conclusie is dat de kosten van ontstopping voor rekening van [gedaagde] komen. Sjopperdepop heeft daarom recht op vergoeding van de gemaakte kosten. [gedaagde] heeft de hoogte van de vordering verder niet betwist, zodat het gevorderde bedrag van € 1.536,71 wordt toegewezen.
Wettelijke handelsrente
4.6.
Sjopperdepop vordert betaling van de hoofdsom vermeerderd met wettelijke handelsrente op grond van artikel 6:119a van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dat artikel heeft echter alleen betrekking op de geldelijke tegenprestatie voor geleverde goederen of diensten op grond van een handelsovereenkomst. Dit betreft de primaire betalingsverplichting uit de handelsovereenkomst. De wettelijke handelsrente ziet dus niet op andere geldelijke verplichtingen waartoe deze overeenkomst aanleiding kan geven. In plaats van de wettelijke handelsrente zal de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW worden toegewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.7.
Sjopperdepop vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) is van toepassing. Sjopperdepop heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Sjopperdepop heeft daarom recht op een vergoeding voor de kosten van die werkzaamheden. Daarom zal een bedrag van € 230,51 worden toegewezen.
Proceskosten
4.8.
[gedaagde] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Sjopperdepop worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
116,39
- griffierecht
372,00
- salaris gemachtigde
408,00
(2 punten × € 204,00)
- nakosten
102,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
998,39

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Sjopperdepop te betalen een bedrag van € 1.823,90, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 13 augustus 2024, tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Sjopperdepop te betalen een bedrag van € 230,51 aan buitengerechtelijke kosten,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 998,39, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.P.E. Oomens en in het openbaar uitgesproken op 9 april 2025.