ECLI:NL:RBNHO:2025:3625
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Belastingrechtelijke geschil over inkomstenbelasting en revisierente met betrekking tot een spaarkasovereenkomst
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland op 4 maart 2025, staat de inkomstenbelasting en de daarover geheven revisierente centraal. Eiseres, die een spaarkasovereenkomst heeft afgesloten, ontvangt een uitkering van € 9.924. De inspecteur van de Belastingdienst beschouwt dit bedrag als belastbaar inkomen en legt een revisierente van € 1.984 op. Eiseres betwist deze aanslag, stellende dat zij de inleg van € 5.000 nooit in aftrek heeft gebracht, maar kan dit niet onderbouwen met bewijs. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht de revisierente in rekening heeft gebracht, omdat de bewijslast bij eiseres ligt en zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de premies niet in aftrek zijn gebracht. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de aanslag van de Belastingdienst. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam.