ECLI:NL:RBNHO:2025:3542

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
2 april 2025
Publicatiedatum
1 april 2025
Zaaknummer
11423079 \ CV EXPL 24-8390
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over garantie en informatieplichten bij defecte sanibroyeur

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, heeft eiser, eigenaar van een woning, een geschil met TFK Installatie Service B.V. over de installatie van een sanibroyeur. Eiser heeft de sanibroyeur in mei 2023 laten installeren, maar ondervond in februari 2024 problemen. Na inschakeling van een ontstoppingsbedrijf bleek de sanibroyeur defect. Eiser heeft TFK benaderd voor vervanging en heeft hiervoor € 1.210,00 betaald. Eiser vordert nu terugbetaling van dit bedrag, stellende dat hij onverschuldigd heeft betaald en dat TFK haar informatieplichten heeft geschonden. TFK verweert zich door te stellen dat het defect is veroorzaakt door onjuist gebruik en dat eiser te laat een beroep heeft gedaan op garantie. De kantonrechter oordeelt dat eiser te laat is met zijn garantieclaim en dat TFK niet in gebreke is gebleven wat betreft de informatieplichten. De vordering van eiser wordt afgewezen en hij wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKNOORD-HOLLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Haarlem
Zaaknummer: 11423079 \ CV EXPL 24-8390
Vonnis van 2 april 2025
in de zaak van
[eiser],
te [plaats],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. T.A. Postma (Anker Rechtshulp B.V.),
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TFK INSTALLATIE SERVICE B.V.,
te Amsterdam,
gedaagde partij,
hierna te noemen: TFK,
vertegenwoordigd door: [betrokkene], bestuurder van TFK.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties,
- het mondeling antwoord en het aanvullend schriftelijk antwoord met producties,
- de mondelinge behandeling van 5 maart 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Feiten

2.1.
[eiser] is eigenaar van een woning aan de [adres] te [plaats] (hierna: de woning). TFK is een installatiebedrijf.
2.2.
Op 23 mei 2023 heeft TFK in opdracht van de toenmalige eigenaar van de woning een sanibroyeur geplaatst in de woning. Een sanibroyeur is een pomp met een ingebouwd maalmechanisme die achter het toilet kan worden aangebracht.
2.3.
[eiser] woont sinds 12 februari 2024 in de woning. Omdat [eiser] kort daarna problemen ondervond met het toilet/riool is ontstoppingsbedrijf RRS Nederland B.V. (hierna: RRS) ingeschakeld. Op de werkbon van RRS van 27 februari 2024 staat onder meer het volgende:
“Bevindingen: Bij aankomst toilet en Sanibroyeur gedemonteerd. Sanibroyeur gereinigd maar niks gevonden. Vervolgens toilet weer gemonteerd en getest, geconstateerd dat de sanibroyeur het niet meer doet en dus toe is aan vervanging. Bw gaat een nieuwe sanibroyeur bestellen en wilt graag dat wij die voor hem monteren.”
2.4.
[eiser] heeft vervolgens contact opgenomen met TFK. TFK heeft [eiser] dezelfde dag per e-mail een offerte toegestuurd “
voor het vervangen en installeren van een Sanibroyeur”. De kosten bedragen volgens de offerte € 1.210,00.
2.5.
Per WhatsApp-bericht van 27 februari 2024 om 13:22 uur heeft TFK aan [eiser] geschreven: “
Beste [eiser], de offerte is zojuist verstuurd per email. Indien u akkoord geeft kunnen wij de werkzaamheden vandaag nog verrichten.”[eiser] heeft daarop om 13:23 uur geantwoord: “
Ik ben akkoord, want het moet toch gebeuren.”
2.6.
TFK heeft dezelfde middag de werkzaamheden uitgevoerd. TFK heeft [eiser] daarvoor € 1.210,00 in rekening gebracht, welk bedrag [eiser] direct per pin heeft betaald.
2.7.
Vanaf 29 april 2024 heeft (de gemachtigde van) [eiser] TFK (meermaals) verzocht het bedrag van € 1.210,00 terug te betalen. TFK heeft dat geweigerd.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert (samengevat) dat TFK wordt veroordeeld tot betaling van € 1.210,00, te vermeerderen met de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
3.2.
[eiser] legt aan de vordering ten grondslag dat hij € 1.210,00 onverschuldigd aan TFK heeft betaald. [eiser] stelt dat de sanibroyeur die TFK in mei 2023 heeft geïnstalleerd binnen twaalf maanden defect is gegaan zodat deze wordt vermoed niet aan de overeenkomst te beantwoorden [1] . [eiser] vindt dat hij om die reden – zo begrijpt de kantonrechter – recht had op kosteloos herstel of vervanging van de sanibroyeur [2] en daarom op terugbetaling van de (onder druk betaalde) € 1.200,00. Verder stelt [eiser] dat TFK voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst op 27 februari 2024 haar essentiële informatieverplichtingen heeft geschonden. [3] [eiser] meent dat op grond daarvan de overeenkomst vernietigbaar [4] is en hij recht heeft op terugbetaling van € 1.210,00.
3.3.
TFK voert verweer. Zij voert aan dat de vervanging van de sanibroyeur niet onder de garantie viel omdat deze door onjuist gebruik volledig verstopt en vervuild was. Ook heeft [eiser] de sanibroyeur pas na enkele weken teruggevraagd. In eerdere gesprekken heeft hij nooit aangegeven dat het om een garantiegeval ging dat te maken had met de opdracht uit mei 2023, aldus TFK.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Geen recht op kosteloos herstel of vervanging
4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat sprake is van consumentenkoop. De vraag die in dat kader moet worden beantwoord, is of [eiser] onder de in mei 2023 gesloten overeenkomst aanspraak had op kosteloos herstel of vervanging van de defecte sanibroyeur.
4.2.
De kantonrechter beantwoordt die vraag ontkennend. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [eiser] te laat een beroep gedaan op de veronderstelde garantie en is ook niet komen vast te staan dat garantie van toepassing was. Daarbij neemt de kantonrechter in aanmerking dat TFK heeft aangevoerd dat zij bij een bezoek aan de woning op 27 februari 2024 heeft geconstateerd dat de sanibroyeur als gevolg van verkeerd gebruik – waaronder het doorspoelen van vochtige doekjes – volledig verstopt en vervuild was geraakt waardoor deze defect was gegaan. Vast staat dat toen ook tegen [eiser] is gezegd dat deze problemen buiten de garantie zouden vallen.
4.3.
De stelling van TFK dat het defect is veroorzaakt door verkeerd gebruik, is door [eiser] onvoldoende weerlegd. Dat de sanibroyeur vlak voor de vervanging nog door RRS is gereinigd, zoals [eiser] heeft betoogd, is door TFK voldoende betwist. Dhr. [betrokkene] van TFK heeft ter zitting uitdrukkelijk verklaard dat hij de vervuiling aan de sanibroyeur zelf heeft geconstateerd en dat dit ook de reden was om de sanibroyeur (uiteindelijk) af te voeren. [eiser] is zich ook pas op de veronderstelde garantie gaan beroepen toen bleek dat hij de zaak niet met de vorige eigenaar van de woning kon oplossen en de sanibroyeur al lang en breed door TFK was vervangen en de oude sanibroyeur afgevoerd. Dat is te laat. Om die reden kan het TFK niet worden tegengeworpen dat zij de oorzaak van het defect niet meer kon bewijzen, anders dan door de verklaring van de heer Taoufik.
4.4.
De kantonrechter houdt het er dan ook op dat de sanibroyeur door verkeerd gebruik defect is geraakt en daarom vervangen diende te worden, iets waarmee [eiser] blijkens de gevoerde WhatsApp-correspondentie en de betaling (zonder protest) in eerste instantie overigens ook volmondig heeft ingestemd. Het beroep op kosteloos herstel of vervanging van de defecte sanibroyeur wordt dan ook afgewezen.
Geen schending van essentiële informatieplichten4.5. De tussen partijen op 27 februari 2024 gesloten overeenkomst betreft een overeenkomst tussen een handelaar en een consument. Voorafgaand aan het sluiten van een dergelijke overeenkomst moet de handelaar voldoen aan bepaalde wettelijke informatieplichten. [eiser] stelt dat TFK die verplichtingen niet is nagekomen. In het bijzonder heeft TFK volgens [eiser] de informatieplichten van artikel 6:230m sub a en sub e BW geschonden. Samengevat gaat het om:
  • het vermelden van de voornaamste kenmerken van de zaken of de diensten, in de mate waarin dit gezien de zaken of diensten passend is;
  • het vermelden van de totale prijs van de zaken of diensten.
4.6.
De kantonrechter volgt [eiser] hierin niet. Uit de offerte die TFK aan [eiser] heeft toegestuurd blijkt duidelijk waarop de overeenkomst betrekking heeft en wat de kosten daarvan zijn. [eiser] heeft op grond hiervan een gedegen afweging kunnen maken.
4.7.
Anders dan [eiser] meent, was TFK niet gehouden om aan alle in artikel 6:230m BW vermelde informatieplichten te voldoen. Dat artikel ziet immers op overeenkomsten ‘op afstand’ [5] en ‘buiten de verkoopruimte’ [6] . Daarvan is in het onderhavige geval geen sprake. De min of meer toevallige gebruikmaking van één of meer middelen voor communicatie op afstand – zoals in dit geval de e-mail en WhatsApp – betekent op zichzelf namelijk niet dat TFK gebruik maakt van een ‘georganiseerd systeem voor verkoop of dienstverlening op afstand’ zoals bedoeld in de wet. Bovendien heeft TFK toegelicht dat zij eerst bij [eiser] thuis is geweest om de situatie te bekijken. Er is dus ook niet tot en met het sluiten van de overeenkomst uitsluitend gebruik gemaakt van een of meer middelen van communicatie op afstand. Van de in de wet genoemde omstandigheden om een overeenkomst te kwalificeren als gesloten ‘buiten de verkoopruimte’ is evenmin sprake.
4.8.
Het voorgaande betekent dat TFK alleen moest voldoen aan de wettelijke precontractuele informatieplichten van artikel 6:230l BW. De kantonrechter heeft daarvan ambtshalve geen schendingen vastgesteld.
Conclusie
4.9.
De conclusie is dat tussen partijen een overeenkomst tot stand gekomen op grond waarvan [eiser] verplicht was om € 1.210,00 te betalen. Voor vernietiging van die overeenkomst bestaat geen grond. Dat betekent dat het beroep van [eiser] op onverschuldigde betaling niet opgaat en dat de vordering van [eiser] moet worden afgewezen.
Proceskosten
4.10.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Omdat TFK zonder gemachtigde procedeert worden haar proceskosten begroot op € 100,00 (2x € 50,00) aan verletkosten, plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van [eiser] af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 100,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eiser] niet tijdig aan deze proceskostenveroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.N. Schipper en in het openbaar uitgesproken op 2 april 2025.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 7:17 lid 1 BW jo artikel 7:18a lid 2 BW.
2.Op grond van artikel 7:21 BW.
3.Namelijk van artikel 6:230m lid 1 sub a en sub e BW.
4.Op grond van artikel 3:40 lid 2 BW en artikel 6:193j lid 3 BW.
5.Artikel 6:230g lid 1 sub e BW.
6.Artikel 6:230g lid 1 sub f BW.