Uitspraak
RECHTBANK Noord-Holland
1.[gedaagde 1] ,2. [gedaagde 2] ,
1.De procedure
- het definitieve deskundigenbericht van 18 september 2024,
2.De verdere beoordeling
1. Heeft het ophogen van de percelen van [gedaagden] en [oorspronkelijke gedaagden sub 3 en 4] gevolgen voor de waterhuishouding op het daarachter gelegen perceel in eigendom bij [eiser] ?
9.Indien u vraag 8 bevestigend beantwoordt, kunt u dan aanduiden:
Ondanks de reeds getroffen maatregelen geeft [eiser] (kavel 1880) aan dat er nog steeds (zij het in mindere mate na de getroffen maatregelen) wateroverlast wordt ervaren die het gebruik van de kavel (als paardenweide) belemmert.
- Aansluiten van de reeds getroffen maatregelen (drainage en greppel) op kavel 5173 ( [oorspronkelijke gedaagden sub 3 en 4] ) op het watersysteem of gemeentelijk riool;
- Aanbrengen van een minimale verlaging (geen greppel) in het maaiveld van kavel 5174, of een lichte opsluiting van de kavel, ter hoogte van de kavelgrens met kavel 1880. Op deze manier wordt ook eventueel oppervlakkig afstromend hemelwater afgevangen en krijgt het de kans om via de aanwezige drainage te worden afgevoerd naar het gemeentelijk riool.
10. Heeft u gelet op de standpunten van partijen en de stukken in het dossier nog andere opmerkingen die voor verdere beoordeling van het geschil van belang kunnen zijn?
Nee.”
- de deskundige heeft geconcludeerd dat er door de aanwezigheid van een drain op de erfgrens op het perceel van [gedaagden] geen ruimte is voor een greppel op het perceel van [gedaagden] [eiser] heeft een nieuwe partijdeskundige (J. Louwe Grondverzet) benaderd en deze concludeert dat er wel een mogelijkheid is om een greppel langs de erfgrens op het perceel van [gedaagden] te realiseren;
- in het conceptrapport heeft de deskundige geconcludeerd dat het effect op het perceel van [gedaagden] al deels bereikt zou kunnen worden met de aangelegde drainage. Dat is gelet op het rapport van [eiser] ’s nieuwe partijdeskundige niet juist;
- uit het conceptrapport (van voor het locatiebezoek) volgt dat de deskundige van mening was dat het graven van een greppel op het perceel van [gedaagden] , de afstroom van hemelwater richting [eiser] wordt ondervangen. In het definitieve deskundigenrapport heeft de deskundige dit advies geschrapt, zonder dat de deskundige heeft uitgelegd waarom;
- in het definitieve deskundigenrapport heeft de deskundige zonder nadere toelichting toegevoegd aan zijn antwoord op vraag 7) dat de afstromende hoeveelheid hemelwater iets afneemt en de deskundige stelt vervolgens dat er ook een drain op de erfafscheiding is aangebracht om het afstromend water achter de kavel van [gedaagden] af te vangen. Op geen enkele wijze heeft de deskundige vastgesteld dat er zich een drain op de erfgrens bevindt, laat staan dat deze is aangebracht om hemelwater af te voeren dat anders zou uitstromen over het perceel van [eiser] ;
- de deskundige heeft de mogelijkheid om de drainage van [gedaagden] zo aan te passen dat deze via een open systeem afwatert via de greppel van [eiser] niet onderzocht, en de deskundige heeft niet in zijn oordeelsvorming meegenomen dat het drainagesysteem van [gedaagden] gesloten is en daardoor niet onderhouden kan worden;
- in het deskundigenrapport van 15 juli 2024 heeft de deskundige geconcludeerd dat het voor het volledig tegengaan van afstromend (of uitstromend uit ophoging) hemelwater, alleen een greppel effectief is. Het uitstromend water heeft de deskundige zonder motivering in het definitieve deskundigenrapport echter weer weggelaten;
- in het deskundigenrapport van 15 juli 2024 stelt de deskundige dat er twee maatregelen mogelijk zijn die de (mogelijke) wateroverlast vanaf het perceel van [gedaagden] kunnen wegnemen (het graven van een greppel/geul met afvoer richting het oppervlaktewater of riool en aanleg van drainage met afvoer richting oppervlaktewater of riool). In het definitieve deskundigenrapport komen deze maatregelen niet meer terug. Het meest voor de hand liggende en meest effectieve alternatief, namelijk het aanbrengen van een greppel in het verlengde van de greppel van [oorspronkelijke gedaagden sub 3 en 4] en deze aansluiten op de voorzieningen die [eiser] heeft aangebracht op eigen perceel, wordt ten onrechte niet door de deskundige bij de uiteindelijke advisering betrokken.
- de deskundige met zijn advies bevestigt dat het perceel van [eiser] al van nature lager was gelegen dan het perceel van [gedaagden] en is van mening dat [eiser] reeds hierom enig afstromend water heeft te dulden;
- vaststaat dat de deskundige na het locatiebezoek heeft vastgesteld dat [gedaagden] voldoende maatregelen heeft getroffen op zijn perceel om de gevolgen voor de waterhuishouding op het perceel van [eiser] in te perken;
- hij zich kan vinden in de conclusie van de deskundige dat de opbolling van het grondwater altijd lokaal optreedt, op 1-3 meter van de ophoging en dat de opbolling lineair afneemt naarmate het maaiveld terugloopt;
- het antwoord op vraag 6) zo begrepen moet worden dat een greppel op het perceel van [gedaagden]
- de deskundige terecht concludeert dat de aanpassingen van [gedaagden] een effectieve oplossing is voor de gestelde wateroverlast. Dat het drainagesysteem van [gedaagden] geen doorspuitmogelijkheid heeft, doet aan de werking daarvan niet af. [gedaagden] is wel bereid om een doorspuitmogelijkheid te creëren ter geruststelling van [eiser] ;
- hij de deskundige niet volgt voor zover deze heeft geconcludeerd dat de greppel van [oorspronkelijke gedaagden sub 3 en 4] enkel positief effect zou hebben als deze kan worden aangesloten op de door [eiser] getroffen voorziening. Aangezien [gedaagden] wel een afdoende beheersmaatregel heeft getroffen, kan dit volgens [gedaagden] niet bij hem worden afgedwongen;
- de rechtbank geen acht dient te slaan op de ingebrachte verklaring van de partijdeskundige (J. Louwe Grondverzet) door [eiser] .