Uitspraak
1.De procedure
2.Feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer en het (deels voorwaardelijk) tegenverzoek
primairdat [verzoeker] het verzoek buiten de vervaltermijn heeft ingediend, zodat zij niet ontvankelijk is in haar verzoek.
Subsidiairvoert [verweerder] aan dat het ontslag op staande voet wel rechtsgeldig is gegeven en het verzoek dus moet worden afgewezen, onder veroordeling van [verzoeker] tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging van € 3.541,16;
5.De beoordeling
ernstigverwijtbaar kwalificeren. Weliswaar heeft de (poging tot) fraude uiteindelijk niet geleid tot schade aan de kant van [verweerder], omdat zij dit heeft ontdekt in het werktijdensysteem voordat deze uren waren uitbetaald, maar dit doet aan de ernst van de gedragingen van [verzoeker] niet af. [verzoeker] wist, mede vanuit haar functie als supervisor, dat de ingevoerde extra uren niet door een collega gecontroleerd zouden worden. Alleen al het laten ontstaan van de kans dat [verweerder] deze uren (onterecht) aan [verzoeker] zou hebben uitbetaald, maakt dat sprake is van ernstig verwijtbaar handelen.