Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 maart 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft vervolgens onderzoek verricht en in zijn rapport van 4 maart 2024 vastgesteld dat de vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid niet wijzigt. Verweerder heeft vervolgens in het bestreden besluit beslist, waarbij is verwezen naar de rapporten van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep.
In het verweerschrift heeft verweerder, onder meer, toegelicht dat is beoordeeld of er op grond van artikel 40 van de WAO een tweede fictief recht op WAO-uitkering ontstaat en op welke wijze dat is beoordeeld. Omdat is vastgesteld dat het leidt tot een mate van arbeidsongeschiktheid van minder dan 15%, ontstaat er geen tweede fictief recht. Dat heeft tot gevolg dat het vervolgdagloon waarop het lopende WAO-recht is gebaseerd, niet tijdelijk wordt verhoogd naar een loondervingsdagloon.
Beoordeling door de rechtbank
11 september 2001 samengevat. Ook is betrokken de bij eiser verrichte onderzoeken door het Nederlands Centrum voor beroepsziekten uit 2013. Er is geen aanwijzing voor CTE.
Met inachtneming van de bezwaargronden van eiser heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen inconsistenties gevonden ten opzichte van de conclusies van de (primaire) verzekeringsarts. De belastbaarheid zoals verwoord in de FML, nu gedateerd 26 februari 2024, wordt gehandhaafd.
De rechtbank stelt vast dat het onderzoek zorgvuldig is geweest en de conclusies voldoende zijn gemotiveerd. Eiser heeft in beroep geen (objectieve) medische informatie (toegespitst op de datum in geding 21 februari 2023) overgelegd op grond waarvan moet worden getwijfeld aan de conclusies van de verzekeringsgeneeskundige onderzoeken.
Het oordeel dat eiser voor 55,28% arbeidsongeschikt is per datum in geding houdt daarmee stand. Dat betekent dat verweerder terecht tot de besluiten is gekomen.
Conclusie en gevolgen
Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.