In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, op 12 maart 2025, zijn de beroepen van eisers gegrond verklaard. De zaak betreft de verlening van een omgevingsvergunning voor het tijdelijk plaatsen van een loods in Zuidoostbeemster. Eisers, een particulier en een stichting, hebben bezwaar gemaakt tegen de vergunning, omdat de loods hoger is dan de maximaal toegestane bouwhoogte en niet voldoet aan de voorwaarden van het bestemmingsplan. De rechtbank oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de loods als een 'dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding' kan worden aangemerkt, en dat de vergunning in strijd is met de regels van het bestemmingsplan. De rechtbank stelt vast dat er geen sprake is van een dakopbouw en dat de loods niet voldoet aan de eisen van artikel 31.4 van het bestemmingsplan, dat de kernkwaliteiten van het UNESCO-werelderfgoed 'Droogmakerij de Beemster' beschermt. De rechtbank vernietigt de bestreden besluiten en draagt het college op om binnen zes weken opnieuw te beslissen op de bezwaren van eisers, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens moet het college de proceskosten en griffierechten vergoeden aan de eisers.