ECLI:NL:RBNHO:2025:3015

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
19 maart 2025
Publicatiedatum
20 maart 2025
Zaaknummer
11405212
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieverzoek passagiers na annulering vlucht door buitengewone omstandigheden

In deze zaak hebben twee passagiers compensatie verzocht van de luchtvaartmaatschappij EasyJet Europe Airline GmbH vanwege een geannuleerde vlucht van Kopenhagen naar Amsterdam op 24 augustus 2023. De vervoerder heeft de annulering gerechtvaardigd door te stellen dat deze het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk opgelegde beperkingen door de luchtverkeersleiding en de avondklok te Amsterdam. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de passagiers een vervoersovereenkomst hadden en dat de vlucht geannuleerd was. De passagiers hebben compensatie van € 1.000,00, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, gevorderd op basis van de Europese Verordening (EG) nr. 261/2004. De vervoerder voerde aan dat hij alle redelijke maatregelen had genomen en dat de annulering niet aan hem te wijten was. De kantonrechter heeft geoordeeld dat het verweer van de vervoerder slaagde, omdat hij voldoende had aangetoond dat de annulering het gevolg was van buitengewone omstandigheden die niet konden worden voorkomen. De passagiers kregen ongelijk en hun verzoek werd afgewezen. De proceskosten werden aan de passagiers opgelegd, met een veroordeling tot betaling van de kosten aan de kant van de vervoerder.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11405212 \ CV FORM 24-8103
Uitspraakdatum: 19 maart 2025
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

1.[verzoeker 1]

2. [verzoeker 2]beiden wonende te [plaats]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. C.E. Dupain (ProBe-ASP B.V., handelend onder de naam Aviclaim)
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
EasyJet Europe Airline GmbH
gevestigd te Wenen (Oostenrijk)
verwerende partij
verder te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. B. Koolhaas (BK Legal)
De zaak in het kort
De passagiers hebben van de vervoerder (onder meer) compensatie verzocht vanwege een geannuleerde vlucht. De vervoerder stelt dat de annulering van de vlucht het gevolg was van (de doorwerking van) buitengewone omstandigheden, namelijk opgelegde beperkingen door de luchtverkeersleiding en de avondklok te Amsterdam. Het verweer van de vervoerder slaagt. Daarnaast heeft hij alle redelijke maatregelen genomen. Het verzoek van de passagiers wordt daarom afgewezen.

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 12 november 2024;
  • het antwoordformulier (formulier C) en het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 19 februari 2025.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder hen op 24 augustus 2023 moest vervoeren van Kopenhagen Airport (Denemarken) naar Amsterdam-Schiphol Airport, met vlucht EC7940 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vervoerder heeft de vlucht geannuleerd.
2.3.
De passagiers hebben daarom compensatie van de vervoerder verzocht.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers verzoeken de vervoerder te veroordelen tot betaling van:
- € 1.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 augustus 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 150,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de proceskosten.
3.2.
De passagiers baseren hun verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat zij het (vermeende) vorderingsrecht van hun twee minderjarige kinderen aan zichzelf hebben gecedeerd. Daarom moet de vervoerder hen vanwege de annulering van de vlucht compenseren met een bedrag van € 1.000,00. [1]
3.3.
De vervoerder voert verweer. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
De kantonrechter begrijpt dat de vervoerder betwist dat de passagiers de vermeende vorderingsrechten van hun twee minderjarige kinderen geldig aan zichzelf hebben overgedragen. Hij voert hiertoe onder meer aan dat niet is gebleken dat de passagiers de wettelijk vertegenwoordigers van de in het vorderingsformulier genoemde minderjarige kinderen zijn.
4.3.
Dit verweer van de vervoerder slaagt niet. Voor een geldige overdracht (cessie) zijn twee vereisten: een daartoe bestemde akte en mededeling daarvan aan de schuldenaar. [2] De passagiers hebben bij het vorderingsformulier beiden een stuk getiteld akte van cessie overgelegd. Aan het mededelingsvereiste is voldaan doordat de cessie in ieder geval in deze procedure aan de vervoerder is medegedeeld. Daarmee hebben de passagiers de vorderingen van hun twee minderjarige kinderen rechtsgeldig aan zichzelf overgedragen. De omstandigheid dat één van de kinderen op het moment van het indienen van het verzoek inmiddels meerderjarig was doet daar niet aan af, nu het moment van ondertekening van de akten van cessie als leidend moet worden beschouwd.
4.4.
Niet in geschil is dat de vlucht is geannuleerd. Daarom moet de vervoerder in beginsel compenseren. Dit is anders als hij kan aantonen dat de annulering van de vlucht het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden, die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden. [3]
4.5.
Volgens de vervoerder was de vlucht onderdeel van de rotatievlucht Amsterdam – Kopenhagen – Amsterdam (vluchtnummers EZY7939 en EZY7940). Deze vluchten zijn volgens de vervoerder met hetzelfde toestel uitgevoerd. Het toestel heeft voorafgaand aan de rotatievlucht een rotatievlucht Amsterdam – Nice – Amsterdam (vluchtnummers EZY1753 en EC1754) uitgevoerd. Vlucht EZY1753 van Amsterdam naar Nice is met 55 minuten vertraging uitgevoerd door een opgelegde beperking door de luchtverkeersleiding. Deze vertraging werkt door op vlucht EJU1754. Daarnaast heeft ook deze vlucht beperkingen opgelegd gekregen door de luchtverkeersleiding. Vlucht EC1754 is uiteindelijk uitgevoerd met een vertraging van 3 uur en 58 minuten. Deze vertraging werkt door op de rotatievlucht in kwestie.
4.6.
Vlucht EZY7939 van Amsterdam naar Kopenhagen kreeg ook reeds een latere vertrektijd toegewezen door de luchtverkeersleiding. Hierdoor zou de vlucht niet voor de avondklok te Amsterdam arriveren. Daarom werd de rotatievlucht in kwestie geannuleerd, aldus de vervoerder.
4.7.
Het verweer van de vervoerder slaagt. Hij heeft voldoende onderbouwd dat de voorgaande vluchten vertraagd werden uitgevoerd door opgelegde beperkingen door de luchtverkeersleiding. Daarnaast heeft hij voldoende onderbouwd dat deze opgelopen vertraging ertoe heeft geleid dat de vlucht niet meer uitgevoerd kon worden omdat deze de avondklok op Schiphol zou schenden. Als een vlucht een beperking krijgt opgelegd door de luchtverkeersleiding, heeft deze niet de mogelijkheid om toch eerder te vertrekken. De instructies van de luchtverkeersleiding moeten namelijk altijd worden opgevolgd. Dit geldt ook voor de avondklok te Amsterdam. Deze omstandigheden zijn niet inherent aan de bedrijfsactiviteit van de vervoerder en deze heeft daar ook geen invloed op. De kantonrechter is daarom van oordeel dat het beroep op (de doorwerking van) buitengewone omstandigheden slaagt.
4.8.
Resteert de vraag of de vervoerder alle redelijke maatregelen heeft genomen om de gevolgen van de buitengewone omstandigheden zo beperkt mogelijk te houden. De vervoerder stelt in dit verband dat de passagiers zelf voor restitutie van de ticketprijs hebben gekozen, nu er binnen 24 uur geen alternatief beschikbaar was. Deze kosten zijn vervolgens voldaan. De kantonrechter oordeelt dat de vervoerder voldoende heeft onderbouwd dat hij alle redelijke maatregelen heeft genomen om de vertraging te beperken. Het verzoek van de passagiers zal daarom worden afgewezen.
4.9.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat deze ongelijk krijgen. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt. De verzochte rente wordt toegewezen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst het verzochte af;
5.2.
veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de vervoerder tot en met vandaag worden begroot op € 204,00 aan salaris gemachtigde;
en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 102,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de datum gelegen 14 dagen na betekening van deze beschikking tot aan de dag van de algehele voldoening;
5.3.
verklaart deze beschikking – voor wat de proceskosten betreft – uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.
2.Artikel 3:94 BW.
3.Artikel 5 lid 3 van de Verordening.