Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[verzoeker 1], wonende te [plaats 1]
beiden wonende te [plaats 2]
6. [verzoeker 6],
allen wonende te [plaats 3]
beiden wonende te [plaats 6]
1.Het procesverloop
- het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 9 december 2024;
- het antwoordformulier (formulier C) en het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 20 februari 2025.
2.De feiten
3.Het geschil
- € 635,25 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 26 december 2022;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.De beoordeling
5. De beslissingDe kantonrechter:
5.1. wijst het verzochte af;
5.2. veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de vervoerder tot en met vandaag worden begroot op € 339,00 aan salaris gemachtigde;
en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 135,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van de beschikking heeft plaatsgevonden, met de kosten van betekening van deze beschikking;