ECLI:NL:RBNHO:2025:3013

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
12 maart 2025
Publicatiedatum
20 maart 2025
Zaaknummer
11440393
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Compensatieverzoek passagiers voor vertraagde vlucht en beoordeling van buitengewone omstandigheden door de kantonrechter

In deze zaak hebben passagiers compensatie verzocht van de vervoerder Ryanair DAC voor een vlucht die meer dan drie uur vertraagd was. De vervoerder voerde aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, waaronder opgelegde beperkingen door de luchtverkeersleiding en het niet 'fit to fly' zijn van een bemanningslid. De kantonrechter oordeelde dat de vertraging van 58 minuten te wijten was aan buitengewone omstandigheden, waardoor de totale aankomstvertraging van 3 uur en 38 minuten werd verminderd met deze 58 minuten. Hierdoor resteerde een vertraging van minder dan drie uur, wat betekende dat de passagiers geen recht hadden op compensatie. De kantonrechter wees het verzoek van de passagiers af en veroordeelde hen tot betaling van de proceskosten. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en er stond geen hoger beroep open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 11440393 \ CV FORM 24-8629
Uitspraakdatum: 12 maart 2025
Beschikking van de kantonrechter in de zaak van:

1.[verzoeker 1], wonende te [plaats 1]

2. [verzoeker 2],
3. [verzoeker 3],
beiden wonende te [plaats 2]
4. [verzoeker 4],
5. [verzoeker 5],
6. [verzoeker 6],
7. [verzoeker 7],
8. [verzoeker 8],
allen wonende te [plaats 3]
9. [verzoeker 9]wonende te [plaats 4]
10. [verzoeker 10]wonende te [plaats 5]
11. [verzoeker 11],
12. [verzoeker 12],
beiden wonende te [plaats 6]
13. [verzoeker 13]wonende te [plaats 1]
14. [verzoeker 14]wonende te [plaats 7]
15. [verzoeker 15]wonende te [plaats 8]
16. [verzoeker 16]wonende te [plaats 9]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagiers
gemachtigde: mr. R.A.C. Telkamp (EUclaim B.V.)
tegen
de vennootschap naar buitenlands recht
Ryanair DAC
gevestigd te Dublin (Ierland)
verwerende partij
verder te noemen: de vervoerder
gemachtigde: mr. J.J. Croon (Croon Aviation Lawyers)
De zaak in het kortDe passagiers hebben van de vervoerder (onder meer) compensatie verzocht voor een meer dan drie uur vertraagde vlucht. De vervoerder voert aan dat de vertraging het gevolg was van buitengewone omstandigheden, namelijk opgelegde beperkingen door de luchtverkeersleiding op de voorgaande vlucht en het niet meer “fit to fly” zijn van een bemanningslid. Dit eerste betoog van de vervoerder slaagt. Daarnaast kan in het midden blijven of de overige vertraging van de vlucht eveneens door buitengewone omstandigheden is veroorzaakt, nu na aftrek een aankomstvertraging van minder dan drie uur resteert. Het verzoek van de passagiers wordt daarom afgewezen.

1.Het procesverloop

Dit verloop blijkt uit:
  • het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 9 december 2024;
  • het antwoordformulier (formulier C) en het verweerschrift, ingekomen ter griffie op 20 februari 2025.

2.De feiten

2.1.
De passagiers hebben een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder hen op 16 december 2022 moest vervoeren van Amsterdam-Schiphol Airport naar Dublin Airport (Ierland), met vlucht FR5558 (hierna: de vlucht).
2.2.
De vervoerder heeft de vlucht vertraagd uitgevoerd. De passagiers zijn met een vertraging van meer dan drie uur aangekomen op de eindbestemming.
2.3.
De passagiers hebben daarom compensatie van de vervoerder verzocht.
2.4.
De vervoerder heeft niet uitbetaald.

3.Het geschil

3.1.
De passagiers verzoeken de vervoerder te veroordelen tot betaling van:
- € 4.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 december 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 635,25 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 26 december 2022;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
De passagiers baseren hun verzoek op de Verordening (EG) nr. 261/2004 (hierna: de Verordening) en de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagiers stellen dat de vervoerder hen vanwege de vertraging van de vlucht moet compenseren met een bedrag van € 250,00 per passagier. [1]
3.3.
De vervoerder voert verweer. Op zijn verweer wordt bij de beoordeling ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter stelt ambtshalve vast dat hij bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
Vast staat dat de passagiers met een vertraging van meer dan drie uur op de eindbestemming zijn aangekomen. In beginsel moet de vervoerder dan compenseren. Dit is anders als de vervoerder kan aantonen dat de vertraging het gevolg is geweest van buitengewone omstandigheden die ondanks het treffen van alle redelijke maatregelen niet voorkomen konden worden. [2]
4.3.
De vervoerder stelt in dit verband dat de vlucht onder meer met 58 minuten vertraging is uitgevoerd door de vertraagde aankomst van de voorgaande vlucht (vluchtnummer FR5557). Vlucht FR5557 kreeg een gewijzigde vertrektijd opgelegd. Ter onderbouwing hiervan heeft hij onder meer SAM/SRM-berichten van de luchtverkeersleiding overgelegd. Een luchtvaartmaatschappij kan geen invloed uitoefenen op besluiten van de luchtverkeersleiding. Als een vlucht een gewijzigde vertrektijd krijgt opgelegd, heeft deze niet de mogelijkheid om toch eerder te vertrekken. De instructies van de luchtverkeersleiding moeten namelijk altijd worden opgevolgd. De kantonrechter is daarom van oordeel dat de vertraging van de vlucht in ieder geval voor 58 minuten te wijten is aan een buitengewone omstandigheid.
4.4.
De kantonrechter is van oordeel dat het in het midden kan blijven of de overige vertraging van de vlucht eveneens door buitengewone omstandigheden is veroorzaakt. Bij een vertraging die niet alleen is veroorzaakt door buitengewone omstandigheden maar ook door andere omstandigheden, moet de vertraging die valt toe te rekenen aan buitengewone omstandigheden worden afgetrokken van de totale duur van de aankomstvertraging van de vlucht. [3] Gelet op het voorgaande moet de totale aankomstvertraging van 3 uur en 38 minuten worden verminderd met de tijd die aan de buitengewone omstandigheid te wijten is, namelijk (ten minste) 58 minuten. Na aftrek resteert een vertraging van minder dan drie uur. Het verzoek van de passagiers zal daarom worden afgewezen.
4.5.
De passagiers worden, gelet op het doel en het karakter van de EPGV-procedure, niet meer in de gelegenheid gesteld om op het verweer van de vervoerder te reageren. Bovendien oordeelt de kantonrechter dat een eerlijke rechtspleging in deze zaak geen mondelinge behandeling vergt. [4]
4.6.
De proceskosten komen voor rekening van de passagiers, omdat zij ongelijk krijgen. Ook de nakosten worden toegewezen, voor zover de vervoerder daadwerkelijk nakosten zal maken, te vermeerderen, indien betekening van de beschikking heeft plaatsgevonden, met de kosten van betekening van deze beschikking.
5. De beslissingDe kantonrechter:
5.1. wijst het verzochte af;
5.2. veroordeelt de passagiers tot betaling van de proceskosten die aan de kant van de vervoerder tot en met vandaag worden begroot op € 339,00 aan salaris gemachtigde;
en veroordeelt de passagiers tot betaling van € 135,00 aan nakosten voor zover deze kosten daadwerkelijk door de vervoerder worden gemaakt, te vermeerderen, indien betekening van de beschikking heeft plaatsgevonden, met de kosten van betekening van deze beschikking;
5.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. S.N. Schipper, kantonrechter, en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open

Voetnoten

1.Artikel 7 van de Verordening.
2.Artikel 5 lid 3 van de Verordening.
3.HvJEU 4 mei 2017, C-315/15, ECLI:EU:C:2017:342.
4.Artikel 5 lid 1 van de Verordening tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen nr. 861/2007.