In deze zaak heeft de kantonrechter zich gebogen over de vraag of de samenwerking tussen de verzoeker en de verwerende partij, Solutions4Materials B.V. (S4M), moet worden gekwalificeerd als een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht. De verzoeker, die sinds 25 december 2022 werkzaamheden verrichtte voor S4M, heeft een verzoek ingediend om te verklaren dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst. De kantonrechter heeft geoordeeld dat er vanaf 1 oktober 2024 feitelijk sprake was van een arbeidsovereenkomst, omdat de verzoeker al bijna twee jaar fulltime werkzaamheden verrichtte die essentieel waren voor S4M. Het ontslag op staande voet dat op 11 november 2024 door S4M werd gegeven, is vernietigd omdat er geen dringende reden voor was. De kantonrechter heeft S4M veroordeeld tot betaling van loon aan de verzoeker, inclusief vakantiedagen en de toepassing van de pensioenregeling. Het verzoek van S4M om ontbinding van de arbeidsovereenkomst is afgewezen, omdat er geen redelijke grond voor ontbinding was en de arbeidsrelatie niet ernstig verstoord was. De proceskosten zijn voor rekening van S4M.